In Qatar wordt in 2022 het wereldkampioenschap voetbal gehouden, waarvoor nog veel stadions, wegen en andere infrastructuur moeten worden gebouwd. Het land telt volgens Amnesty nu naar schatting 1,3 miljoen buitenlandse bouwvakkers en de komende jaren zullen daar nog ongeveer 1 miljoen arbeiders bijkomen. Het gaat veelal om mannen uit Aziatische landen. Maar ook de situatie van ongeveer 130.000 huishoudelijke hulpen, veelal vrouwen, is volgens Amnesty schrijnend.

De mensenrechtenorganisatie vindt het onacceptabel dat (internationale) bedrijven zo omgaan met hun werknemers en vindt dat de regering van het oliestaatje hiertegen moet optreden. Ook de wereldvoetbalbond FIFA moet druk op de kwestie zetten door duidelijk te maken dat ze schending van de mensenrechten bij voetbalprojecten niet tolereert.

Amnesty ondervroeg zeker 200 arbeidsmigranten in oktober 2012 en maart 2013 en betrok 22 bedrijven die bezig zijn met bouwprojecten in het onderzoek. Betrokkenen zeiden dat ze 7 dagen per week 12 uur lang moesten werken. Als ze niet kwamen opdagen, dreigden werkgevers met boetes en betaalden ze niet uit. Ambtenaren zouden hiervan soms afweten. De werkomstandigheden zijn gevaarlijk. Het ziekenhuis in Doha behandelde in 2012 ruim 1000 arbeiders die naar beneden waren gevallen. Zeker 10 procent raakte invalide, aldus het ziekenhuis.

Onlangs kwamen de arbeidsmigranten in het nieuws door het hoge aantal doden bij bouwprojecten. „Toen kwam het topje van de ijsberg al naar buiten. Wij onderzochten de hele ijsberg”, zegt woordvoerder Ruud Bosgraaf. Het is volgens hem gunstig dat de situatie nu wordt belicht, zodat die de komende 9 jaar nog kan worden verbeterd. „Meestal komen zulke misstanden pas een jaar voorafgaand aan een groot sportevenement naar buiten.”

Voor zover nu bekend zijn er geen Nederlandse bedrijven betrokken bij de praktijken.