Commentaar: Juist lokaal bestuur kan barrières voor goede mantelzorg slechten
Versterken, verlichten en verbinden. Onder dat motto probeert staatssecretaris Van Rijn (VWS) de positie van mantelzorgers te versterken. Hij doet dat in het licht van de komende wijzigingen in het zorgstelsel. Diverse zorgtaken, zoals dagbesteding en begeleiding, worden een gemeentelijke verantwoordelijkheid en vanaf 2015 uit de gemeentebegroting gefinancierd. De zorgvrager moet de gemeente daarbij voortaan „actief” informeren over de potentiële inzet vanuit zijn familie- en vriendenkringt, zo staat in de concepttekst van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning die Van Rijn in voorbereiding heeft. Ook moet hij de gemeente met deze gezins- en familieleden in contact brengen, als de betrokken ambtenaar dat voor een goede beoordeling wenselijk acht.
Gisteren debatteerde de Tweede Kamer opnieuw met Van Rijn over diens mantelzorgbeleid. Duidelijk werd daarbij dat de Kamer in een lastige spagaat verkeert. Populistische partijen, zoals PVV en SP, worden niet moe te benadrukken dat het beroep van gemeenten op mantelzorgers straks weleens buitenproportioneel kan zijn. Zij zetten alles op alles om zo veel mogelijk wettelijke beperkingen te verankeren in de wet.
De bestuurderspartijen VVD en PvdA, gesteund door D66, ChristenUnie en SGP, gaan minder ver. Zij willen de door premier Rutte zo opzichtig geprezen participatiesamenleving een kans geven; een opstelling die zij vanuit hun ideologie alle vijf probleemloos kunnen onderbouwen. Dat het niet bij woorden blijft, bleek toen deze tijdelijke coalitie op initiatief van de SGP besloot jaarlijks 11 miljoen euro extra vrij te maken voor een zo effectief mogelijk mantelzorgbeleid.
Dat gemeenten na 2015 soms voor pijnlijke dilemma’s kunnen komen te staan met hun mantelzorgbeleid staat buiten kijf. Het welzijn van de mantelzorger staat of valt alleen niet met het al dan niet dichttimmeren van gemeentelijke verordeningen met allerlei wettelijke beperkingen. Mantelzorgers kunnen ook enorm geholpen zijn met een college dat ontheffingen regelt voor duur, betaald parkeren in de binnenstad. En met colleges die zich er sterk voor maken dat mantelzorgers een voorrangsverklaring kunnen krijgen als zij willen verhuizen omwille van de mantelzorg. Mantelzorg faciliteren vergt kortom meer dan wetjes en regeltjes maken. Het heeft ook alles te maken met creatief bestuur. Het is dus maar de vraag hoe bedreigend het is dat de concrete invulling van het mantelzorgbeleid vanaf 2015 bij de lokale politiek komt te liggen. Zou er echt niets te winnen zijn als gemeenteraadsfracties niet alleen de zorgwethouder, maar het gehele college prikkelen om op alle beleidsterreinen een zo mantelzorgvriendelijk mogelijk beleid te voeren? Waarschijnlijk wel.
Het is dan alleen wel zaak dat kiezers hun partij op dit punt voortdurend scherp houden. En niet, zoals deze week gebeurde in Friesland en Zuid-Holland, bij verkiezingen verstek laten gaan. Zo’n apathische houding zou voor het mantelzorgbeleid weleens eerder de doodsteek kunnen zijn dan het overhevelen van zorgtaken naar de lokale overheid.