Noorwegen stelt wet bij over besnijdenis zonder medische noodzaak
De regering van Noorwegen gaat de wetten op besnijdenis zonder medische noodzaak bij jongens onder de 18 jaar bijstellen. Joden en moslims in Noorwegen vrezen een aanscherping van de wetgeving voor besnijdenis vanuit religieuze overtuiging.
Twee jaar geleden werd het ministerie van Volksgezondheid belast met het doorlichten van de wetten op de besnijdenis. Nieuwe wetsvoorstellen moeten in april volgend jaar worden gepresenteerd. Het is nog niet bekend of in die voorstellen beperkingen staan voor rituele besnijdenis. Dat maakte Jerusalem Post deze week bekend.
De op handen zijnde wetsvernieuwingen werden publiek bekend in Noorwegen door toedoen van de Noorse kinderombudsvrouw Anne Lindboe. Ze vindt de rituele besnijdenis een schending van de rechten van het kind. De besnijdenis is bovendien pijnlijk, risicovol en de ingreep is onomkeerbaar.
De Centrumpartij, die 10 van de 169 zetels heeft in het parlement, juicht een verbod op besnijdenis zonder medische noodzaak bij minderjarigen toe. De Arbeiderspartij heeft haar mening over de kwestie nog niet kenbaar gemaakt. De oppositiepartij is met 55 zetels het grootst in het parlement. Een aantal van de partijleden steunt naar alle waarschijnlijkheid meer restricties aangaande besnijdenis.
Volgens Aftenposten ondergaan in Noorwegen elk jaar gemiddeld 2000 moslims en 7 joden het besnijdenisritueel. Volgens Ervin Kohn, voorzitter van de Joodse gemeenschap in Oslo, wordt de kwestie op de voet gevolgd door de gemeenschap.