Najaarssynode PKN: veel besprekingen, geen belangrijke besluiten
LUNTEREN. De najaarsvergadering van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) staat in het teken van een gedachtewisseling tussen de synodeleden over een aantal notities. Ingrijpende besluiten zullen er niet genomen worden.
Hoewel er drie dagen gereserveerd waren voor de najaarssynode van de Protestantse Kerk, blijkt uit de agenda dat de generale synode donderdag en vrijdag slechts anderhalve dag zal vergaderen in congrescentrum De Werelt in Lunteren. Je zou de synodevergadering kunnen duiden als niet echt belangrijk in die zin dat er geen ingrijpende besluiten worden verwacht. De leiding van de Protestantse Kerk noemt de bijeenkomst in Lunteren echter wel zeer inhoudelijk, omdat er doorgepraat zal worden over belangrijke thema’s zoals het ambt, het gezin en over de onderwerpen waar de synode van de PKN zich in de nabije toekomst mee bezig moet houden.
De Generale Raad van Advies (GRA), het belangrijkste adviesorgaan van de synode, is door het synodebestuur (moderamen) gevraagd over die toekomstagenda na te denken. Dat heeft geresulteerd in een notitie waarin de GRA stelt dat de werkwijze van de kerkvergadering moet veranderen. De synode zal meer een forum moeten worden en minder een vergaderzaal. De GRA lijkt trouwens op z’n wenken bediend te worden gezien de agenda voor de komende synodevergadering.
De GRA komt in zijn nota met zeven onderwerpen waarop de synode zich dient te concentreren. Zo moet er nagedacht worden over de plaats van de voorganger. Een academische opleiding is niet voldoende. „Bezinning op een kerk waar de voorganger belangrijker is dan een vergadering (het kerkelijke instituut) is noodzakelijk.”
Deze constatering heeft gevolgen voor de academische theologie en de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), meent de GRA. „Menige theologiestudent ervaart de PThU niet als plek waar wordt gebouwd aan de juiste habitus van een kerkelijke voorganger.” „De PThU is van en voor de kerk, maar welke betekenis heeft zij voor de vorming van aanstaande predikanten en de kerk anders dan het (noodzakelijk) academisch opleidingsinstituut van haar predikanten?”
Ook moet er in de Protestantse Kerk meer aandacht komen voor de positie van de evangelisch-lutherse gemeenten. Kleine lutherse gemeenten worden nu te vaak samengevoegd tot een gemeente met de omvang van een hele provincie en dat is, vindt de Generale Raad van Advies, onwenselijk.
In een gespreksnotitie over het ambt schrijft de scriba van de Protestantse Kerk, dr. A. J. Plaisier, dat deze tijd misschien wel een nieuw ambt nodig heeft. „Te denken valt aan het ambt van missionair werker of evangelist. Dat heeft alles te maken met het ”apostolische” karakter van de kerk.”
De scriba spreekt zich niet uit over de vraag of de Protestantse Kerk ook zo’n ambt in het leven moet roepen. „Ook zonder dat dit expliciet belegd wordt in een apart ambt, is het van groot belang dat een kerkenraad bestaat uit gemeenteleden die de gemeente voorgaan in het getuigenis van het Evangelie in woord en daad”, aldus dr. Plaisier namens het synodebestuur.
De synode bespreekt verder de eindrapportage van de beraadsgroep catechese. De synodeleden worden ook bijgepraat over de stand van zaken rond de pioniersplekken en de predikantenpool. Vrijdagmiddag krijgen ze informatie over de nieuwbouwplannen voor landgoed Hydepark.