Aanslagen op sjiieten Irak
BAGDAD (AP). Aanslagen op politiemensen en op sjiitische gelovigen hebben woensdag in Irak op de herdenkingsdag Ashoura aan zeker 22 mensen het leven gekost. Een van de dodelijkste aanslagen voltrok zich in de oostelijke stad Baqouba, een voormalig bolwerk van Al-Qaida. Onder sjiitische gelovigen vielen acht doden, onder wie twee kinderen, en 35 gewonden.
In Fallujah werd de burgemeester van de stad op straat door gewapende mannen doodgeschoten. Twee van zijn lijfwachten raakten gewond.
Op Ashoura herdenken de sjiieten de dood van Hussein, de kleinzoon van de profeet Mohammed in de 7e eeuw. Soennitische extremisten grijpen dit soort dagen altijd aan om dood en verderf te zaaien onder de sjiieten, die zij beschouwen als afvalligen. Veelal is het geweld het werk van de Iraakse tak van Al-Qaida.
Aan de rand van Tikrit, in het noorden van Irak, ramde een zelfmoordterrorist een met explosieven geladen auto in een politiepost. Vijf agenten en drie burgers vonden de dood en er vielen achttien gewonden.
In Kamah, tachtig kilometer ten westen van Bagdad, waren de huizen van agenten het doelwit van bomaanslagen. Er vielen vier doden en 24 gewonden.
In Abu Ghraib, een buitenwijk aan de westrand van de hoofdstad, vielen bij een bomaanslag op een politiepatrouille een dode en zeven gewonden.