„Stijging ziektekostenpremie drukt koopkracht”
„De stijging van de ziektekostenpremies voor particulier verzekerden en de solidariteitsheffingen tasten de koopkracht aan. Veel gezinnen zullen volgend jaar minder te besteden hebben dan dit jaar. De politiek moet daar nog eens kritisch naar kijken.”
Dat zegt mevrouw Sol, woordvoerder van het Nederland Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), aan de vooravond van de behandeling in de Tweede Kamer van de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het Nibud is verontrust over de consequenties die de verhogingen hebben voor grote gezinnen.
Particulier verzekerden zullen volgend jaar fors meer gaan betalen voor hun ziektekostenverzekering. De premies zullen stijgen. Bij sommige bedrijven die hun werknemers collectief hebben verzekerd, wordt gesproken over een stijging van 25 procent.
Daarbij komen dan nog de verhogingen van de solidariteitsheffingen, de WTZ-bijdrage en de MOOZ-bijdrage. WTZ staat voor Wet op de toegang tot de ziektekostenverzekeringen en regelt dat particuliere verzekeraars een standaardpakketpolis moeten aanbieden, onder meer aan 65-plussers die particulier verzekerd zijn geweest, aan mensen uit het buitenland die zich hier vestigen en aan studerenden. De overheid heeft voor deze verzekeringen maximumbedragen vastgesteld. Deze polissen zijn voor de verzekeringsmaatschappijen niet kostendekkend. Daarom mogen zij via een omslagsysteem (WTZ-bijdrage) de extra kosten omslaan over de overige particulier verzekerden.
De WTZ-premie voor een volwassene komt volgend jaar op 393,60 euro. Dat is ruim 70 euro meer dan dit jaar. Voor kinderen gaat de heffing van 160,32 euro dit jaar naar 196,80 euro in 2004. Dat is een verhoging van ruim 20 procent.
Behalve de WTZ-bijdrage moeten de particulier verzekerden ook een MOOZ-bijdrage betalen. MOOZ staat voor Medefinanciering oververtegenwoordiging oudere ziekenfondsverzekerden. In de ziekenfondsen zitten relatief meer ouderen dan bij de particuliere ziektekostenverzekeringen. Omdat anders de kosten voor de ziekenfondsen fors omhoog zouden moeten, vindt de overheid dat de particulier verzekerden -die meer geld hebben te besteden dan de ziekenfondsverzekerden- hier een bijdrage aan moeten leveren.
De MOOZ-omslagbijdrage stijgt volgend jaar voor volwassenen met 24 euro tot 120 euro en voor kinderen met 12 euro tot 60 euro per jaar. Dat is een stijging van 25 procent.
Een gezin met drie kinderen moet voor beide heffingen op jaarbasis volgend jaar 320 euro meer betalen dan nu. Een gezin met negen kinderen moet 584 euro extra neertellen. Dat is dus exclusief de stijging van de ziektekostenpremies. De stijging van de solidariteitsheffingen tikt zo door omdat voor elk kind de bijdragen betaald moeten worden. Voor de ziektekostenverzekeringen zelf blijft de betaling meestal beperkt tot twee of drie kinderen.
Het Nibud is verontrust over de stijging. „We vragen ons af of de regering zich wel realiseert dat de stijging van met name de solidariteitsheffingen, WTZ en MOOZ, de koopkracht negatief beïnvloeden. Zeker als de lonen volgend jaar niet of nauwelijks zullen stijgen”, aldus Sol. Zij zou het een goede zaak vinden als de fracties tijdens de behandeling van de Volksgezondheid-begroting nog eens kritisch naar gevolgen van verhogingen zouden kijken. „In september hadden wij berekend dat een 1,5-verdiener er in koopkracht 1 procent op vooruit zou gaan. Dat is ondertussen veranderd in een koopkrachtverlies.”
Sol vindt dat de politiek apart moet letten op de positie van grote gezinnen: „De solidariteitspremies moeten voor elk kind worden betaald. Een verhoging van 20 en 25 procent tikt dan aardig aan.”