Handlangers terroristen Istanbul aangeklaagd
Een staatsveiligheidsrechtbank in Istanbul heeft dinsdag negen vermoedelijke handlangers van de zelfmoordterroristen die vorige week een reeks aanslagen pleegden in staat van beschuldiging gesteld wegens lidmaatschap van een illegale organisatie en het verlenen van hulp daaraan. Op de aanklachten staat maximaal vijf jaar gevangenisstraf.
Zeven van de in totaal zestien verdachten werden op vrije voeten gesteld.
Gouverneur Muammer Guler van Istanbul bevestigde dat de politie de identiteit heeft vastgesteld van de man die vorige week met een bomauto op het Britse consulaat inreed. Hij wilde geen naam noemen, maar de krant Milliyet wist maandag al te melden dat het gaat om Feridun Ugurlu, een Turk die zou hebben gevochten in Afghanistan en Tsjetsjenië.
Guler zei dat ook de namen van andere daders bekend zijn. „We hebben alle bijzonderheden en we kennen hun connecties”, zei hij. Volgens de Turkse pers zou de dader van de andere zelfmoordaanslag van donderdag, op een Britse bank, Azad Ekinci heten. Van Ekinci is bekend dat hij omging met radicale groepen.
De krant Hurriyet meldde dinsdag dat de politie van Ankara tien vermoedelijke leden van een onbekende terreurgroep heeft opgepakt. De tien zouden Ekinci hebben gekend en een van hen zou de eigenaar zijn geweest van een pick-up, het type voertuig waarmee de aanslagen werden gepleegd. Volgens Hurriyet zijn de tien getraind in Irak en Afghanistan en waren ze van plan aanslagen te plegen.
Bij de aanslagen op de Britse instellingen en de aanslagen van 15 november op twee synagogen in Istanbul kwamen 57 mensen om het leven, voor het merendeel Turken.
Na de aanslagen van donderdag zijn in totaal achttien mensen opgepakt. Zestien van hen werden maandag voorgeleid en na middernacht in staat van beschuldiging gesteld.
Toen vijftien verdachten maandag bij de rechtbank arriveerden -de zestiende kwam later- bedekten zij hun hoofd met kledingstukken. Schreeuwende familieleden werden door de politie op afstand gehouden. Enkele vrouwen in het gezelschap droegen zwarte chadors, hoofd en lichaam bedekkende gewaden die je niet vaak ziet in het centrum van Istanbul.
Premier Recep Tayyip Erdogan riep de Turken in een tv-toespraak aan de vooravond van het einde van de ramadan op zich te verzetten tegen het terrorisme. „Dit is een oorlog tussen rechtvaardigheid en wreedheid, tussen goed en kwaad en tussen waar en onwaar. Het is ons recht om te verwachten dat elk verstandig persoon in deze oorlog kiest voor rechtvaardig, goed en waar.”
De regering heeft de moslimleiders opgedragen in hun preken aan het begin van Id-al Fitr, het suikerfeest dat dinsdag het einde inluidt van de ramadan, een boodschap tegen het terrorisme op te nemen.
Het onderzoek naar de vier zelfmoordaanslagen heeft zich uitgebreid naar de zuidoostelijke stad Bingöl, waar kennelijk alle vier de daders vandaan komen en waar de radicale Turkse Hezbollah actief is. Een plaatselijke functionaris zei dat de politie de inhoud heeft onderzocht van tien computers die na de aanslagen op de synagogen in beslag zijn genomen in een internetcafé in Bingöl dat behoort aan een broer van een van de omgekomen aanslagplegers.
Woensdag heeft de politie zes mensen aangehouden in verband met de aanslagen op de synagogen. Vijf van hen zijn in staat van beschuldiging gesteld wegens poging tot omverwerping van de grondwettelijke orde, waarop maximaal levenslang staat. De zesde wordt verdacht van hulp aan een illegale organisatie, waarop vijf jaar staat.