Wilders en Le Pen zijn er nog lang niet
AMSTERDAM (ANP). PVV-leider Geert Wilders en Marine le Pen van het Franse Front National (FN) willen samenwerken op Europees niveau, maar een invloedrijk ultrarechts blok in het Europese Parlement ligt nog lang niet in het verschiet. Hoewel deze nationalistische en anti-Europese partijen waarschijnlijk zullen groeien bij de komende Europese verkiezingen in mei 2014, blijven ze verhoudingsgewijs klein in politiek Europa. Tot veel beleidswijzigingen zal het dan ook niet leiden.
Dat zei politicoloog Sarah de Lange, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, dinsdag tegen het ANP. „De partijen staan er goed voor in de peilingen. Maar om als stroming invloed te hebben binnen het Europees Parlement, moet je met gelijkgezinde partijen een officiële fractie vormen.” Op die manier hebben onder meer christendemocratische partijen uit de EU-landen zich onderling verenigd, net zoals de sociaaldemocraten en liberalen. Zulke allianties hebben voordelen zoals extra spreektijd, meer subsidie en deelname aan belangrijke commissies van het parlement.
De Lange wijst erop dat een officiële fractie moet bestaan uit minimaal 25 Europarlementariërs uit minimaal zeven lidstaten. „Die 25 leden halen ze wel, maar de tweede voorwaarde is moeilijker. Vijf partijen weten zeker dat ze in zo’n anti-Europese fractie willen komen, uit evenveel landen. Naast de PVV en FN zijn dat het Vlaams Belang, de Oostenrijkse FPÖ en de Zweden-Democraten.” Volgens De Lange zijn er wel kandidaten om tot zeven landen te komen, zoals de Deense Volkspartij en Lega Nord uit Italië. „Maar zij zitten nu in de fractie Europa van Vrijheid en Democratie en willen eigenlijk niet wisselen van groep.”
De PVV en de FN zijn volgens de Amsterdamse politicoloog het meest enthousiast van de huidige vijf nationalistische partijen en trekken de kar om tot samenwerking te komen. De ontmoeting van beide partijleiders dient in haar ogen vooral een strategisch doel. „De bezoeken trekken publiciteit en helpen ze daarom goed op weg met hun verkiezingscampagne.” Ze wijst erop dat de anti-Europese partijen in de peilingen op dit moment op 20 tot 25 procent van de zetels in het Europees Parlement staan.