Dat bleek maandag uit de Brandweerstatistiek 2002 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Het aantal dodelijke slachtoffers bij brand nam met drie af tot zeventig. Van hen kwamen er 39 om door brand in een woning. Er vielen bijna 1200 gewonden. Drie van de tien branden zijn binnenbranden. De belangrijkste oorzaak daarvan is een defect aan apparatuur of het verkeerde gebruik ervan.

De opkomsttijd van de brandweer is verder toegenomen. Bij 45 procent van de branden zaten er minder dan acht minuten tussen de melding en de aankomst van de brandweer. De opkomsttijd neemt volgens het CBS toe naarmate een gemeente minder inwoners heeft.

De brandweer kreeg vorig jaar 153.000 meldingen van brand en ongevallen binnen, 10 procent meer dan in het jaar ervoor. Vier van de tien meldingen betroffen loos alarm. Acht van de tien loze brandmeldingen waren afkomstig van een brandmeldinstallatie. De provincie Utrecht telde de meeste loze alarmeringen (43 procent), de provincie Zeeland de minste (22 procent).

De brandweer rukte vorig jaar bijna 50.000 keer uit om hulp te verlenen bij niet-branden. Dat is vaker dan ooit. In 2001 registreerde de brandweer nog 40.000 zogeheten hulpverleningen. Het gaat daarbij om het bestrijden van wateroverlast, het herstellen van stormschade, het bevrijden of redden van mensen en het reinigen van wegen en terreinen.

Nederland telt 27.100 brandweerlieden (beroeps en vrijwillig), onder wie 1142 vrouwen. Er zijn 475 gemeentelijke brandweerkorpsen. De kosten daarvan zijn met 7 procent gestegen tot 624 miljoen euro. Dat is gemiddeld 39 euro per inwoner.