Het aantal huishoudens is sinds 1989 „in hoog tempo" toegenomen van zes miljoen tot zeven miljoen, meldde demograaf J. Latten van het CBS. In 1989 waren er nog 1,7 miljoen solo–huishoudens. Nu zijn er in Nederland 2,4 miljoen mensen die solo een huishouden runnen.

Het aantal alleenstaanden nam sinds 1995 met 300.000 personen toe. Vooral het aantal solo–mannen tussen de dertig en vijftig jaar is flink gestegen. „Deze groei kan voor het grootste deel aan relatieontbinding worden toegeschreven."

Zo’n 15 procent van de Nederlandse bevolking is op dit moment alleenstaand. Dat komt ook doordat veel jongeren die het ouderlijk huis verlaten, langer alleen blijven wonen. „Jongeren nemen ruim de tijd om single te zijn. Eeuwig jong zijn, daar lijkt het bijna op. Ze nemen de tijd voordat ze zich settelen of binden."

Ook groeit de groep weduwen. Ruim de helft van de vrouwen van 75 jaar of ouder woont op dit moment alleen. Het CBS signaleert verder dat het aantal alleenstaande ouderen toeneemt. Zij worden minder in een tehuis opgenomen en blijven langer zelfstandig wonen.

Het aantal paren zonder kinderen neemt toe, net zoals het aantal eenoudergezinnen.