De satelliet GOCE vliegt momenteel ongeveer 170 kilometer boven de aarde. De sonde heeft geen brandstof meer en wordt dus door de zwaartekracht naar de aarde getrokken. Hoe lager de satelliet vliegt, hoe sneller dat gaat.

In het gebied waar de GOCE nu vliegt, gaat de ijle dampkring langzaam over in het luchtledige. Die atmosfeer wordt veel dichter op ongeveer 100 kilometer boven de aarde. Daar komt de GOCE rond zondag terecht. De satelliet heeft dan een snelheid van ongeveer 25.000 kilometer per uur. Door de wrijving valt de sonde op een hoogte van ongeveer 80 kilometer als een gloeiende vuurbal uiteen. Een klein deel van de sonde overleeft de ondergang. Die brokstukken hebben bij elkaar een gewicht van ongeveer 200 kilo.

De GOCE werd in 2009 gelanceerd. De satelliet bracht onder meer het zwaartekrachtveld van de aarde in kaart. Het onderzoek moest wetenschappers een beter inzicht geven in de zeespiegelstijging, de loop van oceaanstromen en het ontstaan van aardbevingen en vulkaanuitbarstingen.

Afgedankte satellieten crashen vaker op aarde. Meestal komen de brokstukken in een oceaan terecht, maar soms op land. Zo kwamen de restanten van een Amerikaans ruimtestation in 1979 neer in het dunbevolkte westen van Australië. De brokken moesten in de Indische Oceaan plonzen, maar de Amerikanen hadden een rekenfout gemaakt. Niemand raakte gewond. Wel moest de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA Australië een boete betalen voor het illegaal dumpen van afval. Twee jaar eerder waren de radioactieve resten van een Sovjet-satelliet neergekomen in het hoge noorden van Canada.