Binnenland

Erasmus Universiteit begon een eeuw geleden met 55 studenten

Wat hebben de oud-premiers Lubbers en Zijlstra en Eurocommissaris Kroes gemeen? Ze studeerden allemaal af aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, het opleidings- en onderzoeksinstituut in de Maasstad dat vandaag exact een eeuw geleden de deuren opende.

Jacob Hoekman
8 November 2013 14:54Gewijzigd op 15 November 2020 06:53
Prof. dr. H. G. Schmidt. beeld Michelle Muus
Prof. dr. H. G. Schmidt. beeld Michelle Muus

Jaren van „gestadigen en ernstigen arbeid zullen noodig zijn” om hogerop te komen. Dat zei de eerste rector magnificus, prof. dr. Bruins, op 8 november 1913 toen hij in Rotterdam de deuren opende van wat toen de Handels-Hoogeschool heette.

Met die „gestadigen en ernstigen” arbeid is het wel goed­gekomen de afgelopen honderd jaar. Van 55 studenten –onder wie 3 vrouwen– in het eerste jaar groeide de school uit tot de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) met ruim 21.000 studenten. De mannen zijn nog steeds in de meerderheid, maar het aantal studentes is nu bijna net zo hoog.

De huidige rector magnificus, die vandaag afscheid neemt, is prof. dr. Henk Schmidt. In zijn diesrede, waarbij ook prinses Beatrix aanwezig was, citeerde hij vanmiddag zijn verre voorganger.

In een gesprek laat hij weten wat volgens hem de belangrijkste vruchten zijn van die gestadige arbeid. „Ik denk direct aan de eerste Nobelprijs voor economie, die in 1969 gewonnen werd door onze wetenschapper Jan Tinbergen. Die prijs heeft zeer veel voor ons betekend.”

Maar er is meer, als je het aan prof. Schmidt vraagt. Hij noemt onder meer het genetisch onderzoek door „ouderdoms­professor” Jan Hoeijmakers en het onder­zoek naar virussen van Ab Osterhaus, twee wetenschappers van de Erasmus die veelvuldig het nieuws weten te halen.

En de dieptepunten?

„Dan denk ik direct aan de wetenschappers die niet het rechte pad hebben bewandeld, zoals de hoogleraren Poldermans en Smeesters, die wetenschapsfraude pleegden. Vier jaar geleden hebben wij al afgesproken dat we zulke gevallen open en bloot bekendmaken.”

Als hoogtepunt noemt u hoogleraren die veel publiceren en veel in het nieuws zijn. Werkt die druk ook niet deze dieptepunten in de hand?

„Er is zeker sprake van een druk om te presteren, dat kan niet ontkend worden. Een wetenschappelijke carrière werkt net als bij een voetbalclub: je moet heel hard trainen en beter zijn dan anderen. Maar dat hoeft er niet toe te leiden dat ethische normen niet in acht genomen worden.

De twee zaken die ik noemde, en die van Diederik Stapel, gaan alle drie over hoogleraren die zich al hadden bewezen. Zij ervaren juist de minste druk. Het was niet nodig om fraude te plegen. Ik denk dat het om mensen gaat die sterk narcistisch zijn; die altijd in het middelpunt willen staan.”

Wie economie studeerde, deed dat in Rotterdam. Is economie nog steeds het hart van universiteit?

„Ja. Vraag studenten in Nederland waar ze aan denken bij de studie economie, en ze zeggen: Rotterdam. Onze economische en bedrijfskundige opleidingen trekken zo’n 1700 studenten per jaar, dat is meer dan de helft van alle nieuwe studenten.

Maar ik zeg er direct bij: de gezondheidssector is evenmin weg te denken. We hebben de beste medische faculteit van Nederland, die ook in Europa als buitengewoon succesvol geldt.

Die opleidingen worden wereldwijd erkend. Kijk naar internationale rankings, dan zie je dat drie universiteiten de Nederlandse top vertegenwoordigen: Leiden, Delft en Rotterdam. Ze staan allemaal rond plaats 70.”

Maar een echte topper was er nooit in Nederland. Wil de EUR nog steeds hogerop?

„Om echt prominent te worden, moet het onderzoek in Nederland anders gefinancierd worden. En ook is het nodig om allianties met andere universiteiten te sluiten, bijvoorbeeld tussen Leiden, Delft en Rotterdam. Op enig moment zou dat uit kunnen lopen op een verdergaande samenwerking.

Ik juich dat niet toe, omdat het voor meer regionale universiteiten een verschraling betekent, maar het is niet tegen te houden. Zoals er maar een paar echt grote multinationals zijn, zo zullen er wereldwijd misschien honderd topuniversiteiten overblijven.”


Markeringsmomenten

n 1913. De Nederlandsche Handels-Hoogeschool ziet het licht. Het is een particulier initiatief van Rotterdamse ondernemers die hun opvolgers stevige kennis mee willen geven. Voor het eerst wordt economie in Nederland als zelfstandige tak van wetenschap gedoceerd.

n 1939. De naam verandert in Nederlandse Economische Hoge­school. Onder die naam verwerft de school wereldfaam als wetenschapper Jan Tin­bergen in 1969 de Nobelprijs voor economie wint. In die periode komen er andere faculteiten bij, zoals rechts­geleerdheid en wijsbegeerte.

n 1966. De Medische Faculteit Rotterdam wordt opgericht, een particulier initiatief dat losstaat van de Nederlandse Economische Hogeschool. De faculteit is verbonden aan het Dijkzigtziekenhuis, het Sophia Kinderziekenhuis en de Daniel den Hoedkliniek, die sinds 2003 gezamenlijk de naam Erasmus MC dragen.

n 1973. De Medische Faculteit Rotterdam en de Nederlandse Economische Hogeschool gaan samen verder als Erasmus Universiteit Rotterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer