SDOK presenteert enquête vervolgde kerk
DOORN. Er zou meer oog moeten komen voor vervolgde christenen, vinden veel predikanten en voorgangers. Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK) presenteerde vrijdagmorgen in Doorn een onderzoek over het thema christenvervolging.
Christenen in Nederland beseffen volgens pastores te weinig dat vervolging bij het leven van een christen hoort. Een van hen typeerde het christelijk leven in Nederland als „bubbelbadchristendom.”
De SDOK vroeg 1295 predikanten en voorgangers een online-enquête in te vullen. Hierop reageerden er 321. Zij zijn afkomstig uit de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Hersteld Hervormde Kerk, de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland, de Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken. Ook voorgangers uit evangelische, baptisten- en pinkstergemeenten deden mee.
Meer dan de helft van de respondenten bidt elke zondag voor de vervolgde kerk. Een op de drie gaf aan dit maandelijks te doen. Van de predikanten bidt 35 procent dagelijks voor zichzelf voor vervolgde christenen; 45 procent doet dat wekelijks.
Levensverhalen van vervolgde christenen roepen bij pastores die de enquête invulden vaak bewogenheid, verbondenheid, verdriet of bewondering op. Bijna een op de zes spreekt over hen als geloofshelden. Dat betreft vooral voorgangers van evangelische, pinkster- en baptistengemeenten.
Christenen in Nederland worden in toenemende mate beperkt in hun vrijheid, vinden predikanten binnen met name behoudende kerken. Zij koppelen dat aan de overtuiging dat de islam oprukt. Alle zeventien predikanten binnen de Gereformeerde Gemeenten die reageerden, zijn het daarmee eens. Negen op de tien predikanten binnen de Hersteld Hervormde Kerk delen die mening. Rond de helft van de predikanten binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken is het ermee eens.