ECB toont met rentestap broosheid van herstel aan
FRANKFURT. „Een positief signaal”, noemde minister Dijsselbloem van Financiën de onverwachte rentestap donderdag. Maar écht positief is het natuurlijk niet.
Als de stap íéts aangeeft, dan is het wel dat vijf jaar na het uitbreken van de grootste crisis sinds de jaren dertig de financiële sector nog altijd niet zonder méér monetaire doping kan. Naast de verlaging van het rentetarief tot het laagste niveau aller tijden, zegde ECB-president Draghi donderdag banken toe dat ze nog zeker tot 2015 bij hem terechtkunnen voor onbeperkt krediet. Wie dacht dat na jaren puin ruimen en scherven rapen de bancaire sector wel weer op eigen benen kon staan, zal van die illusie zijn genezen.
Draghi gaf de rap dalende geldontwaarding in de eurozone op als dé reden van zijn rentestap. De inflatie zakte in de afgelopen maand van 1,1 procent naar 0,7 procent. Nu klinkt minder geldontwaarding op zichzelf goed, maar voor centralebankiers komt ze te dicht in de buurt van de door hen zo gevreesde deflatie. Gevreesd, omdat een daling van het prijspeil huishoudens en bedrijven stimuleert hun bestedingen nog even uit te stellen –de prijs zal straks wellicht nóg lager zijn– maar vooral omdat deflatie in een schuldgedreven economie de rentelast op die schuld, in tegenstelling tot inflatie, alleen maar groter maakt en zo de economie verder afknijpt.
Het is echter de vraag of een renteverlaging van een al zéér laag niveau (0,5 procent) naar nóg weer een tandje lager (0,25 procent) de kwakkelende kredietverlening het zetje zal geven dat het Europese prijspeil én de Europese economie weer wat omhoog kan duwen. In Japan hebben ze de afgelopen twintig jaar wel gemerkt dat het zo simpel helaas niet werkt.
De lagere rente en onbeperkte toegang tot de ECB-geldpotten lijken zo vooral de zwakke banken in Zuid-Europa nog een tijdje uit de wind te moeten houden. Ook kan de stap –en dat gebeurde donderdag direct– de euro, die de afgelopen tijd in waarde steeg, weer wat verzwakken, waardoor de concurrentiepositie verbetert. Verder bevoordeelt een lagere rente burgers met vooral schuld, boven burgers met vooral bezit.
Draghi probeerde donderdag de situatie positief te framen door te stellen dat „wie van een afstand de eurozone bekijkt, een regio ziet die fundamenteel tot de wereldtop behoort.” Dat mag –opgeteld– zo zijn, de afgelopen jaren hebben geleerd dat de eurozone zo sterk is als zijn zwakste schakel. De stap van de ECB toont daarom vooral aan dat het voorzichtige herstel dat in aantocht zou zijn, uiterst broos is. Ook roept het de vraag op hoe centralebankiers denken ooit écht werk willen maken van de afbouw van de muur van bijna-gratis geld die zijn weg vooralsnog meer lijkt te vinden richting de aandelenmarkten dan naar de échte economie.