Er staan sinds eind januari twee Patriotbatterijen bij de Zuid-Turkse plaats Adana. Ze hebben een puur defensieve taak. Het luchtafweersysteem moet de stad en haar bewoners beschermen tegen aanvallen met ballistische raketten vanuit Syrië. Ongeveer Nederlandse 250 militairen zijn voor de missie uitgezonden.

Premier Mark Rutte zei tijdens een bezoek aan de missie vorige maand dat hij zich kan voorstellen dat Turkije om verlenging gaat vragen. Hij voegde eraan toe dat het wel heel goed gepland zou moeten worden omdat er veel van de mensen wordt gevraagd.

Regeringspartijen VVD en PvdA wilden nog niet reageren. Eind vorig jaar steunde een ruime meerderheid in de Tweede Kamer de uitzending, hoewel het kabinet formeel geen goedkeuring van de Kamer nodig had. Alleen SP en PVV waren toen tegen.

Voorzitter Anne-Marie Snels van de militaire vakbond AFMP/FNV zei onlangs bedenkingen te hebben bij de verlenging. Zij wil de verzekering van uitzendbescherming; dat wil zeggen dat militairen 3 maanden worden uitgezonden en daarna weer 6 maanden thuis zijn. Bij een aantal militairen in Turkije zou dit niet het geval zijn geweest, aldus Snels.

De missie verloopt tot dusver vrijwel rimpelloos. De Patriots hebben nog niet in actie hoeven komen. Een batterij staat op de basis in Incirlik, de tweede staat op een beveiligde civiele luchthaven even buiten Adana.

Naast Nederland hebben ook de Verenigde Staten en Duitsland Patriots naar Turkije gestuurd. De drie landen werken nauw samen. Het zijn de enige landen binnen de NAVO die beschikken over het geavanceerde type PAC-3 die ballistische raketten uit de lucht kunnen halen. De Duitsers opereren vanuit Kahramanmaras en de Amerikanen zitten in Gaziantep.

Turkije vroeg in november vorig jaar aan de NAVO om het luchtverdedigingssysteem naar het grensgebied met Syrië te sturen. Het bondgenootschap deed daarna het formele verzoek aan ons land om de raketten te sturen. NAVO-topman Anders Fogh Rasmussen hoopte destijds dat de stationering vooral als afschrikking zou werken.