De PvdA verweet Merkies bij monde van partijvoorzitter Hans Spekman dat ze niet integer was geweest met het terugbetalen van te veel ontvangen onkostenvergoedingen. Maar volgens de woordvoerder ligt het verhaal genuanceerder en heeft Merkies niets verkeerds gedaan.

De kwestie was een van de redenen voor de PvdA om Merkies niet voor te dragen als kandidaat-lijsttrekker bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Een andere reden is dat Merkies geen teamspeler zou zijn.

Het conflict rond de onkosten draait om een interne afspraak binnen de PvdA, dat Europarlementariërs die in Brussel of Straatsburg wonen, niet meer dan een derde van de dagvergoeding mogen houden. De rest moeten ze terugstorten.

Volgens die berekening kreeg Merkies van juli 2009 tot eind 2012 ruim 84.000 euro onkostenvergoeding te veel voor haar werk in het Europees Parlement. Ze betaalde het geld afgelopen juli terug. Spekman stelt dat het geld weliswaar is teruggestort, maar dat dat wel 4 jaar heeft geduurd.

En dát komt, aldus Merkies’ woordvoerder, doordat de commissie die de teruggaaf berekende, pas afgelopen zomer met haar rapport over die periode van 4 jaar kwam. „Merkies heeft altijd geweten dat ze moest terugbetalen; alleen het precieze bedrag was nog niet bekend. Zodra dat bekend werd, heeft ze het direct gestort.”

Een woordvoerder van de PvdA liet desgevraagd weten het kort geding „met vertrouwen tegemoet te zien”. Spekman plaatste overigens donderdag nog wat meer uitleg op de site van de partij. In die tekst staat dat het bestuur Merkies aanrekent hoe zij „is omgegaan met de afspraken waarvoor zij heeft getekend en die de partij van belang vindt”. Doorslaggevend was volgens Spekman „het gegeven dat de samenwerking de afgelopen jaren in de Eurodelegatie problematisch was”.