De herfinancieringsrente, de rente die banken betalen voor hun leningen bij de ECB, stond met 0,5 procent de afgelopen maanden al op het laagste niveau ooit. De depositorente, de vergoeding die banken krijgen op hun tegoeden bij de ECB, bleef onveranderd op 0 procent.

Door de sterke daling van de inflatie in de eurozone groeide afgelopen week de verwachting dat de rente verder zou worden verlaagd. De meeste economen rekenden er echter niet op dat de stap nu al zou worden gezet.

De inflatie in de eurolanden zakte in oktober tot 0,7 procent. Dat is veel lager dan het inflatiepeil van ongeveer 2 procent waar de ECB naar streeft. Een lagere rente kan helpen de inflatie op te jagen. Daarbij kan het extra steun geven aan het voorzichtige economische herstel in de eurolanden. Als banken de lagere rente doorberekenen aan klanten zouden goedkopere kredieten ervoor kunnen zorgen dat de bestedingen en investeringen toenemen.

Volgens ING-econoom Carsten Brzeski geeft de onverwachte rentestap aan dat de ECB onder president Mario Draghi proactiever is dan onder diens voorgangers. Hij schreef de renteverlaging vooral toe aan toenemende zorgen over een aanhoudende daling van het prijspeil (deflatie) en de sterke euro. De lagere rente kan de vraag naar de Europese munt temperen, waardoor de waarde ten opzichte van bijvoorbeeld de dollar zakt. De dure euro is een probleem voor de Europese export, omdat producten van Europese producenten duurder worden op buitenlandse markten.

Draghi licht het besluit vanaf 14.30 uur toe. „Het is afwachten of hij dan nog meer verrassingen in petto heeft”, blikte Brzeski vooruit.