Commentaar: Leve de splinter
Om de zoveel tijd duikt de suggestie weer op: zouden we in Nederland niet beter af zijn als we een kiesdrempel invoerden? Begin deze week legde VNO-voorzitter Wientjes het thema nog maar eens op tafel. De Nederlandse politiek is de laatste jaren zo instabiel, betoogde de werkgeversvoorman, dat we er snel voor moeten zorgen dat er minder kleine partijen in het parlement komen. Als we de politieke verbrokkeling en versplintering achter ons laten, kunnen we gemakkelijker –net als in die goeie ouwe tijd– meerderheidskabinetten vormen en krijgt het land weer een vaste koers.
Om zijn betoog kracht bij de zetten, strooide Wientjes met wat cijfers. In 1965 behaalden de drie hoofdstromingen in de Nederlandse politiek, de christendemocratie, de sociaaldemocratie en het liberalisme, samen 135 van de 150 Kamerzetels; in 1998 waren dat er 112; vorig jaar waren het er nog slechts 92. En als we op dit moment verkiezingen zouden houden, zouden VVD, PvdA en CDA samen niet eens een meerderheid scoren.
Dat Wientjes hier een urgent probleem aansnijdt, is evident. Maar het is even duidelijk dat zijn analyse te simpel is, waardoor zijn oplossing kant noch wal raakt. Ja, het politieke midden is in Nederland dramatisch geslonken en de flanken zijn, door de opkomst van het populisme, onvoorstelbaar uitgedijd. Dat maakt het land inderdaad een stuk lastiger te regeren. Maar wat helpt het, in dit licht gezien, als we door middel van een kiesdrempel de allerkleinste partijtjes uit het parlement kieperen?
Dit verandert in elk geval niets aan het feit dat de Tweede Kamer tegenwoordig diverse middelgrote fracties telt (SP 15 zetels, PVV 14 zetels) waarmee uiterst moeilijk een regeringscoalitie te vormen valt. Het aloude schema: grote partij = gematigd en samenwerkingsgezind, kleine partij = radicaal en non-coöperatief, geldt nu eenmaal anno 2013 niet meer. Als zelfs dé bestuurderspartij bij uitstek, het CDA, de kont al tegen de krib gooit, betekent dit dat het hele politieke systeem op zijn kop staat. Daar doet een kiesdrempel nauwelijks iets aan toe of af.
We kunnen de zaak zelfs omdraaien. Welke drie partijen waren het ook alweer die een maand geleden, via een vernuftig herfstakkoord, het land zijn politieke stabiliteit teruggaven? Inderdaad ja, de politieke splinters ChristenUnie en SGP, samen met ex-splinter D66 (drie zetels in 2006). Déze partijen namen hun verantwoordelijkheid, níét de grote jongens.
Daarom, politieke instabiliteit is een zodanig groot en complex probleem dat we, als het om oplossingen gaat, misschien niet verder komen dan Ruttes constatering dat we de komende jaren met het fenomeen minderheidskabinetten moeten leren leven. En dat we van de nood een deugd moeten maken door aan het politieke bedrijf allen –zowel grote als kleine partijen– ons steentje bij te dragen.
Wie geen betere oplossingen heeft dan deze, moet niet te snel iets roepen, maar liever hard nadenken over oplossingsrichtingen die werkelijk zoden aan de dijk zetten. En het kwaad zeker niet zoeken bij kleine fracties, die momenteel juist een voorbeeld zijn voor anderen. Weg met de splinters? Leve de splinters!