Iraakse premier Maliki: VS en Irak hebben gemeenschappelijke belangen
WASHINGTON. Irak en de Verenigde Staten hebben gemeenschappelijke belangen: de bestrijding van terrorisme en het einde van de burgeroorlog in Syrië.
Dat benadrukte de Iraakse premier Nuri al-Maliki de afgelopen dagen tijdens een officieel bezoek aan de VS.
De Iraakse premier verweerde zich tegen Amerikaanse kritiek dat Iran het Iraakse luchtruim gebruikt om wapens naar Damascus te vervoeren. Hij wees er fijntjes op dat Irak geen gevechtsvliegtuigen heeft die Iraanse vliegtuigen zouden kunnen onderscheppen. Het Amerikaanse Congres heeft de levering hiervan steeds geblokkeerd.
De laatste keer dat de Iraakse premier een bezoek bracht aan Washington was eind 2011 en het kon niemand ontgaan hoe sindsdien de omstandigheden dramatisch gewijzigd waren.
Destijds had het bezoek van Maliki plaats tegen de achtergrond van de totale terugtrekking van het Amerikaanse leger uit Irak. De veiligheidssituatie in Irak was opmerkelijk verbeterd en aan Amerikaanse zijde werd beweerd dat al-Qaida in Irak op sterven na dood zou zijn.
Dat dit laatste een onjuiste inschatting was werd vrijdag duidelijk toen de Verenigde Naties bekendmaakten dat er alleen al in de maand oktober in Irak bijna duizend doden waren gevallen als gevolg van aanslagen. Het geweld houdt Irak in een wurggreep en niemand lijkt te weten hoe men het tij kan keren.
Achteraf bezien werd deze neerwaartse spiraal reeds eind 2011 ingezet. Met het vertrek van de Amerikaanse soldaten viel ook grotendeels de samenwerking op veiligheidsgebied tussen de Verenigde Staten en Irak weg. En zoals velen reeds vreesden bleek het Iraakse leger niet opgewassen tegen zijn taak om bijvoorbeeld de grenzen doeltreffend te bewaken en te beschermen.
Dit was het moment waarop al-Qaida had gewacht om zich weer in Irak te doen gelden.
Dit laatste werd nog versneld doordat de Amerikaanse terugtrekking uit Irak gebeurde op een moment dat buurland Syrië begonnen was totaal te desintegreren. Het was al-Qaida in Irak dat de Syrische tak Jabhat al-Nusra oprichtte. Vervolgens veranderde het Iraakse al-Qaida zijn naam in ”de Islamitische Staat van Irak en Syrië” (ISIS), die momenteel complete gebieden in oostelijk en noordelijk Syrië onder haar controle heeft.
Er ontstond tussen deze Syrische gebieden en de westelijke, door soennitische stammen gedomineerde provincies in Irak, één grote ruimte waar grenzen waren weggevallen.
In dit woestijnachtige niemandsland, dat buiten de controle van zowel de Syrische als de Iraakse staat valt, heeft al-Qaida trainingskampen opgezet waar duizenden nieuwe rekruten worden getraind.
De ontwikkelingen in Syrië en Irak lijken steeds meer parallel te lopen. Het geweld in Irak kan niet gestopt worden zonder eerst een oplossing te vinden voor de Syrische burgeroorlog, zoals de Iraakse premier terecht beweerde. In Washington vroeg hij vrijwel uitsluitend om wapens, wat suggereert dat de Iraakse premier vooral denkt aan een militaire oplossing.
Minstens zo belangrijk is het echter om het verlamde politieke proces in Bagdad nieuw leven in te blazen. In 2014 zullen er in Irak presidentsverkiezingen worden gehouden en verwacht wordt dat deze gepaard zullen gaan met nog meer bloedig geweld.