Driebergen krijgt alsnog een monument voor Joden en hun redders
DRIEBERGEN. Driebergen-Rijsenburg heeft genoeg monumenten, besloot de toenmalige gemeente ooit. Maar omdat de bevolking er in de Tweede Wereldoorlog bovengemiddeld veel Joden redde, kwam er donderdag toch nog eentje bij.
Het donderdagmiddag onthulde gedenkteken in het Wildbaanpark in Driebergen laat niet alleen de 76 namen zien van Joodse inwoners die tijdens de Duitse bezetting zijn omgekomen. Het noemt ook de Nederlanders die bijna twee keer zo veel Joden de oorlog doorhielpen. Zo’n 120 Joden overleefden in Driebergen.
Bovengemiddeld veel, erkent Rinse van der Lee, secretaris van de stichting Joods Monument 1940-1945 Driebergen-Rijsenburg. Hij dook een paar jaar geleden in de geschiedenis van Joods Driebergen en richtte de stichting op die nu het monument tot stand bracht.
„Het was hier het hol van de leeuw want in Driebergen zaten veel Duitse organisaties”, zegt Van der Lee. Misschien daarom juist veilig: de bezetter had geen idee dat er onder zijn neus zo veel Joden werden verborgen.”
Een tweede reden is dat de Driebergers ruimer dan gemiddeld waren behuisd. „Er staan veel grote woningen, waaronder de nodige pensions. Daar was ruimte over voor extra mensen.”
Een van de redders overleefde het niet: kinderverzorgster Bep Holst. Zij runde samen met haar zus To een opvanghuis voor kinderen met gezondheidsklachten.
Tante Bep en tante To, zoals ze werden genoemd, vingen er tien Joodse kinderen op. Ze voelden zich redelijk veilig aan de rand van het dorp. Tot het misging en de zusters Holst en tien kinderen werden opgepakt. Zes van hen werden binnen korte tijd omgebracht in Auschwitz, een voor de bevrijding. Nelly, de oudste van de aanwezige Joodse kinderen, overleefde de oorlog, evenals de twee jongste kinderen.
Bunkerdrama
De tantes gingen naar Kamp Vught, waar zij beiden met 72 andere vrouwen in een kleine ruimte werden opgesloten, wat later het Bunkerdrama werd genoemd. Bep overleefde dat niet. To kwam in juli 1944 vrij, gebroken door alles wat ze meemaakte.
Van der Lee onderzocht acht jaar geleden, na zijn pensionering, de verhalen van alle 200 Joodse onderduikers in Driebergen. Het viel hem op dat er voor hen geen enkel monument was in de gemeente.
Het was niet makkelijk om alsnog een gedenkteken te krijgen, erkent hij. „De gemeente had al jaren geleden besloten dat er voldoende monumenten waren, dus moest er worden gezocht naar particulier terrein.” Na lang lobbyen kon monument echter alsnog op gemeentegrond komen: het Wildbaanpark.
Psalmtekst
Op het gedenkteken, ontworpen door de Joodse theoloog en kunstenaar Marcus van Loopik, wordt Psalm 22:31 genoemd. Over een nieuw geslacht dat God zal dienen, en de kinderen zal vertellen over de Heere.
Een van de geredden, het Joodse meisje Roosje, dat nu in Israël woont, is lid van het comité van aanbeveling van de stichting. Zij overleefde doordat zij en haar ouders tijdens de oorlog konden verblijven in het pension Ruimzicht, dat aan de Arnhemsebovenweg door twee dames werd gerund.
Een andere jonge Jood overleefde bij de familie Kessing, die ook nog eens twee ingekwartierde Duitse soldaten in huis had. Van der Lee: „Die bleken trouwe Bijbellezers. Er ontstond vertrouwen en de soldaten vertelden dat ze wisten van de ondergedoken jongen, maar dat ze dit nooit zouden doorvertellen. Toen de soldaten moesten vertrekken, loste een van hen drie saluutschoten met zijn geweer, als dankbetuiging.”
De Joodse Han overleefde en woont nu in Nieuw-Zeeland.
Het extra monument is een overwinning, erkent Van der Lee. Maar niet een die je viert. Rabbijn Jacobs sprak donderdagmiddag bij de onthulling een gebed uit. Daarna werd er langs het monument gelopen, in stilte.
www.jmind.nl voor alle verhalen van de Joodse onderduikers in Driebergen.