Het nieuws over het totaaloverzicht dat de SGP donderdag vrijgaf, was rond het middaguur nog maar net bekend of de medewerkers van het partijbureau van de ChristenUnie in Amersfoort sloegen aan het rekenen. In de loop van de middag rolde een persbericht van de faxen, waarin de ChristenUnie stelde dat de daling van het aantal samenwerkingsverbanden significant is: van 68 naar 51, een daling van 25 procent.

Dat is om te beginnen heel wat meer dan de 4 procent waarop de SGP donderdag uitkwam, maar ook heel wat minder dan de 40 procent waarover lijsttrekker Veling en partijvoorzitter Van Daalen het in december hadden. Maar dat was slechts een tussenstand geweest, luidde de verklaring donderdag.

SGP-voorlichter De Bruyne was er donderdagmiddag als de kippen bij om kritische kanttekeningen te plaatsen bij de cijfers van de ChristenUnie. De opsomming van de zeventien gemeenten waar de samenwerking stuk liep, klopt niet, wilde hij duidelijk maken.

Over-Betuwe en Schouwen-Duiveland staan op die lijst, maar dat zijn herindelingsgebieden. Rijnsburg staat erop, maar daar bestaat niet eens een SGP-kiesvereniging. Ook Steenbergen en Goes worden vermeld, maar daar heeft Kolijn de samenwerking onlangs met een handtekening bekrachtigd. In Katwijk was er voorheen een gezamenlijke lijst van SGP en GPV en een eigen lijst van de RPF. Nu doen SGP en ChristenUnie zelfstandig mee omdat ze daar allebei sterk genoeg voor zijn.

„Maar we moeten nu niet blijven kissebissen”, aldus De Bruyne. „Duidelijk is in ieder geval dat die 25 procent ook niet klopt en dat de oorzaak van verbroken samenwerkingsverbanden in minstens evenveel gevallen bij de ChristenUnie ligt als bij ons. Het gaat ons er maar om duidelijk te maken dat de daling van het aantal lijstcombinaties niet zo dramatisch is als de ChristenUnie wilde doen geloven en dat de breuken die er zijn gekomen, niet alle aan de SGP te wijten zijn.”