De staatssecretarissen Frans Weekers (Financiën) en Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) staakten enkele weken terug de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer, omdat bleek dat het daar geen meerderheid zou krijgen. In de Senaat hebben VVD en PvdA slechts 30 van de 75 zetels.

Het pensioenplan regelt dat vanaf 2015 de jaarlijkse pensioenopbouw wordt verlaagd van 2,25 naar per saldo 1,85 procent van het inkomen. Het zou een bezuiniging van bijna 3 miljard moeten opleveren. Volgens het kabinet kan de pensioenopbouw omlaag omdat iedereen voortaan later met pensioen gaat en dus langer voor de oudedagsvoorziening kan sparen.

Het kabinet sloot vorige maand een begrotingsakkoord met D66, ChristenUnie en SGP. CDA en GroenLinks deden ook geruime tijd mee aan de onderhandelingen, maar haakten uiteindelijk af.

Vorige week spraken Dijsselbloem en minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken al met enkele senatoren over de ontstane impasse over het pensioenplan. Bij het overleg woensdagavond wordt nog geen doorbraak verwacht.

De oppositiepartijen willen in ruil voor steun in ieder geval de toezegging dat de pensioenpremies straks fors omlaag gaan. Het kabinet kan dat echter niet garanderen. Veel pensioenfondsen hebben het financieel moeilijk en voelen weinig voor premiedalingen.

Bovendien vinden de oppositiepartijen dat de daling van de pensioenopbouw die het kabinet wil, wel erg ver gaat. Dat geldt ook voor vakbonden en werkgevers. Zij willen dat een jaarlijkse pensioenbouw van 2 procent mogelijk blijft. Dat is alleen haalbaar als het kabinet genoegen neemt met een lager bezuinigingsbedrag.

De oppositiefracties hebben nog meer wensen. Zo wil D66 dat er een goede pensioenregeling voor zzp’ers komt.