Varkens minder vet door gen uit spinazie
Varkensvlees heeft de naam niet erg gezond te zijn, maar daar kan verandering in komen. Japanse onderzoekers hebben een gen uit spinazie in varkens aangebracht. Daardoor blijken ongezonde vetzuren omgezet te worden in het gezonde linoleenzuur.
In de Japanse Kinki Universiteit lopen inmiddels de derde generatie varkens met spinaziegenen rond. Het is voor het eerst dat wetenschappers met succes plantaardige genen in zoogdieren hebben geplaatst.
De onderzoekers hebben het gen fad2 ingebracht in bevruchte eicellen die teruggeplaatst zijn in de baarmoeder van een draagmoedervarken. Prof. Akira Iritani van de Kinki Universiteit, vlak bij Osaka, zei donderdag tegen BBC dat slechts 1 procent van de genetisch gemanipuleerde biggenembryo’s levend ter wereld kwam, maar dat deze varkens het nieuwe gen wel doorgeven aan hun nakomelingen. De eerste varkens zijn al drieënhalf jaar geleden geboren.
Het gen fad2 bevat de code voor een enzym dat schadelijke verzadigde vetzuren kan omzetten in het onverzadigde linoleenzuur. Planten bevatten dat enzym, maar dieren en mensen niet; die moeten de essentiële onverzadigde vetzuren via hun voeding binnenkrijgen; ze spelen een belangrijke rol bij het voorkomen van onder meer hart- en vaatziekten. De ”vegavarkens” hebben 20 procent van hun verzadigde vetzuren omgezet in linoleenzuur. Het vlees van de dieren bevat ook minder vet.
Of het vlees zo veilig is dat er straks ”vegaburgers” langs de weg te koop zijn, is nog onduidelijk. Iritani is ervan overtuigd dat het vlees gezonder is dan gewoon varkensvlees, maar durft nog niet te zeggen dat het even gezond is als spinazie. „Ik weet dat genetisch gemanipuleerd voedsel door het publiek slecht geaccepteerd wordt, maar ik hoop dat onderzoek naar de veiligheid van dit vlees uitgevoerd wordt, zodat mensen juist zin hebben om gemanipuleerd varkensvlees te eten voor hun gezondheid.”
De Japanse onderzoeksgroep heeft soortgelijke experimenten uitgevoerd met muizen. Bij deze dieren was tot 40 procent van de verzadigde vetzuren omgezet in onverzadigde, en de genen waren al zeven generaties lang overgedragen. „Dat bewijst dat de genen uit planten normaal kunnen functioneren in zoogdieren.” Plantaardige genen zijn al eerder in dierlijke cellen overgebracht, maar het functioneren ervan in dieren was niet eerder aangetoond.
Het is niet voor het eerst dat de biotechnoloog prof. Iritani wereldwijd van zich doet spreken. Twee jaar geleden zei hij, naar aanleiding van opgravingen van mammoeten in Siberië, dat die over twintig jaar weer zullen rondlopen in reservaten in Rusland. Hij verwacht ook oude paardensoorten en Siberische tijgers te kunnen kloneren. Veel wetenschappers trekken die uitspraken in twijfel.