„Recept voor bom in tien minuten te vinden”
GIESSENBURG. In Ede werden onlangs tientallen woningen ontruimd omdat een gepensioneerde natuurkundeleraar chemicaliën bewaarde. Waaronder mogelijk het gevaarlijke mosterdgas. Vallen particulieren in de peiling te houden?
„Bizar en levensgevaarlijk.” Die woorden gebruikt Leen Donk om zijn verbazing te uiten over het incident in Ede. Donk, die meer dan veertig jaar scheikundeleraar in de Alblasserwaard was, is verbonden aan de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen (NVON). Hij is lid van een arbocommissie en was voorzitter van de scheikundeafdeling van de NVON. „Als je mosterdgas wilt maken, moet je daarvoor eigenlijk een professioneel laboratorium hebben. Je loopt zelf risico’s bij de vervaardiging ervan.”
De mogelijkheid bestaat dat bijvoorbeeld scheikundeleraren gevaarlijke spullen meenemen uit de voorraad stoffen die voor scheikundeproefjes in de school ligt. Donk: „Als docenten spullen van school willen meenemen, hou je dat niet tegen. Een dokter kan ook verslavende middelen uit zijn medicijnvoorraad ontvreemden.”
Donk acht het niet zo waarschijnlijk dat leraren met op school ontvreemde stoffen gevaarlijke capriolen uithalen. Hij kent daarvan uit zijn eigen praktijk geen voorbeelden. „Er is vanuit de NVON geen beleid om bijvoorbeeld scheikundeleraren extra in de gaten te houden. Het is ondoenlijk om iedere gram van elke stof te traceren.”
De school is niet de meest logische plek om aan spullen voor een zwaar explosief te komen, stelt Donk. „Scholen hebben beperkte hoeveelheden gevaarlijke stoffen in huis. Denk aan het inkopen van 250 gram van een bepaalde stof per jaar. Voor een zwaar explosief heb je toch algauw enkele tot tientallen kilo’s van een bepaalde stof nodig.”
Als mensen echt een explosief willen maken, hou je hen niet tegen, vreest Donk. „Binnen tien minuten download je op internet een recept voor een explosief. Met behulp van bepaalde soorten kunstmest, denk aan ammoniumnitraat, kun je een bom maken. Aan kunstmest valt te komen, hoezeer er ook toezicht is op de handel. Bedenk dat in de supermarkt ook spullen staan waarmee je verkeerde dingen kunt doen. In de schappen liggen flessen wasbenzine en terpentine in veel grotere hoeveelheden dan op een school bij een scheikundepracticum is toegestaan.”
De arbocommissie van de NVON adviseert scholen in het veilig omgaan met chemicaliën die bedoeld zijn voor schoolproeven. „Zorg dat leerlingen geen toegang hebben tot de chemicaliën. Als er geen docent in de buurt is, hoort een kast of ruimte afgesloten te zijn. Bind de kat niet op het spek. Er zijn in het verleden enkele incidenten geweest waarbij leerlingen stoffen makkelijk konden meenemen. Zo stopte een leerling magnesiumlint in zijn tas. Als je dat aansteekt, krijg je helder licht. Kijk er niet te lang in, want dan kun je lasogen krijgen.”
De Inspectie Leefomgeving en Transport controleert geen individuele personen, maar wel bijvoorbeeld groothandels op de omgang met gevaarlijke stoffen, stelt zegsvrouw Anne van der Vliet. „Dit jaar hadden we bijvoorbeeld controles bij groothandels in verf-, bestrijdings, en reinigingsmiddelen. Dan gaat het om een vraag als: Staan de juiste gevaarsymbolen op de producten?”
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houdt onder meer toezicht op de handel in huishoudchemicaliën, meldt woordvoerster Barbara van der Rest. „Die huishoudchemicaliën mogen op de markt worden gebracht, mits ze voldoen aan veiligheidseisen in Europese verordeningen voor chemische stoffen.” De NVWA checkt geen particulieren thuis, aldus Van der Rest. „We controleren de eindverantwoordelijke producenten en importeurs.”
De handel in ammoniumnitraat (kunstmeststof waarmee een explosief kan worden gemaakt) wordt in de gaten gehouden, melden beide woordvoersters. Van der Rest: „Een dit jaar in werking getreden Europese verordening regelt het op de markt brengen en het gebruik van uitgangsstoffen voor explosieven. Verdachte transacties van ammoniumnitraat moeten worden gemeld.”