Kerk & religie

Het „geheim” van de Schrift uitleggen aan pubers

EDE. Godsdienstdocenten staan voor een schier onmogelijke taak, stelt Roel van Swetselaar, opleidingsdocent voor leraren godsdienst in Ede. Ze moeten het „geheimenis van de godzaligheid”, zoals 1 Timotheüs 3:16 daarover spreekt, voor hun leerlingen ontvouwen.

Van een medewerker
5 November 2013 10:23Gewijzigd op 15 November 2020 06:48
beeld RD
beeld RD

Toch is de Schrift ook nuttig om te onderwijzen, staat er in 2 Timotheüs 3:16. Dat stelt godsdienstleraren voor de vraag: Hoe kunnen wij dat geheim aan leerlingen, pubers uitleggen?

Op een studieconferentie voor leraren godsdienst en levensbeschouwing, maandag aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), dachten docenten na over het thema ”Uitgelezen?! – Over de houdbaarheid van de Bijbel in het klaslokaal”. Uit een inventarisatie van Van Swetselaar onder godsdienstleraren bleek dat jongeren vaak vragen hebben bij de betrouwbaarheid van de Bijbel. Een godsdienstdocent kan hen dus helpen wanneer hij of zij probeert op deze vragen in te gaan.

Prof. dr. G. van den Brink, bijzonder hoogleraar theologie van het gereformeerd protestantisme, ging in op de rol van de Bijbel in de samenleving. „Jongeren die deel uitmaken van deze samenleving bepalen ook hun positie ten opzichte van de Bijbel. Wat roept dat Woord bij hen op? In onze samenleving wordt de Bijbel nog steeds als een onderdeel van ons cultureel erfgoed beschouwd. Ook christelijke scholen blijven populair, omdat ouders verwachten dat kinderen daar toch iets extra’s meekrijgen op het gebied van normen en waarden. Kennis van de Bijbelverhalen als culturele bagage is nog steeds heel belangrijk.”

Er zijn echter ook negatieve associaties bij de Bijbel, die ook voor christelijke jongeren heel herkenbaar zijn. „De betekenis van de Bijbel is voor veel mensen moeilijk te peilen. Het is een wonderlijk mengsel van wetsteksten, verhalen en poëzie. Ze voelen een enorme afstand. Daar komt dan nog bij dat de God van Israël exclusief is en dat er ook teksten in de Bijbel staan die wraakzuchtig of gewelddadig zijn. De gezagspatronen en man-vrouwverhouding in de Bijbel zijn ouderwets. En vaak wordt de Bijbel op één hoop gegooid met de Koran”, somde hij tal van bezwaren op.

Prof. Van den Brink waarschuwde voor een puur cognitieve, intellectuele omgang met de Bijbel. „Wanneer we de Bijbel opvatten als een stapeling van waarheden waaruit een aantal dogma’s naar voren komt, doen we de Bijbel geen recht. We moeten proberen spiritueel met de Bijbel om te gaan. Het Woord is een geschenk van de Heilige Geest om bij het heil van God te blijven.”

Toch hoeven christenen volgens hem niet bang te zijn voor een intellectuele benadering van de Bijbel waarbij kritische vragen gesteld worden. „Wanneer leerlingen ons gaan bevragen, ons ‘storen’, is dat een reden om op onderzoek uit te gaan. Je doet teksten pas recht als je doorvraagt wat God ermee te zeggen heeft. Grondig academisch onderzoek kan juist ook helpen om de Bijbel beter te verstaan, waarbij ik denk aan een onderzoek dat recent is gedaan naar de godsdienst van de Farizeeën. Wij denken altijd dat dat legalistische mensen waren. Wij hebben dan niets met hen gemeen. Uit dat onderzoek bleek echter dat Farizeeën juist gestalte wilden geven aan het verbond. Dan komen de strafredes die Jezus tegen hen richt ook dicht bij ons. We moeten niet minder kritisch zijn, juist kritischer.”

Voor de afstand die leerlingen ervaren tot de Bijbel en de vragen die ze hebben zijn niet altijd pasklare oplossingen. Prof. Van den Brink: „Leerlingen vragen soms: Kun je dit bewijzen? Het antwoord is nee. Maar in de praktijk van het Bijbellezen gebeuren er dingen met je.”

In zijn workshop ging de hoog­leraar dieper in op de wraakteksten in de Bijbel. Vaak worden deze geïsoleerd uit het geheel van de canon en gaan ze een eigen leven leiden. „Maar we zijn aanspreekbaar op Gods weg als geheel, want de Bijbel houdt niet op bij deze teksten. God tolereert in eerste instantie soms zonde omdat Hij ons van binnenuit verder wil helpen. Dat zie je ook in deze tijd nog. Jarenlang was de slavernij een legale praktijk onder christenen. Langzaam maar zeker liet God door Zijn Geest mensen ontdekken dat het een zonde was.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer