Dat zegt Merlijn Stoffels van het Nederlandse Rode Kruis, die zondag in de Syrische hoofdstad Damascus aankwam. Hij zal de komende dagen projecten van de Rode Halve Maan, de zusterorganisatie van het Rode Kruis, bezoeken en spreken met hulpverleners en ontheemden. Het Nederlandse Rode Kruis begint deze week met een inzamelingsactie voor Syrië.

Hoewel hij nog maar kort in Damascus is, heeft Stoffels al gemerkt dat de angst onder de inwoners van de Syrische hoofdstad is toegenomen. Het is er veel onrustiger dan de afgelopen maanden en er worden ongericht onder meer mortiergranaten afgeschoten. De Rode Halve Maan, die over 86 plaatselijke afdelingen beschikt, is een van de weinige organisaties die nog hulpgoederen in het land kunnen vervoeren. In sommige delen van het land, zoals bepaalde buitenwijken van Damascus, kunnen echter ook haar hulpverleners niet komen.

Naast de 57 miljoen euro die nodig is voor hulp aan ontheemde burgers in het Arabische land, hoopt de hulporganisatie internationaal ook nog zo’n 47 miljoen euro bijeen te brengen voor de meer dan 2 miljoen Syriërs die naar buurlanden als Jordanië en Libanon zijn gevlucht. Veel van die vluchtelingen verblijven in gastgezinnen. Zij moeten volgens Stoffels geld krijgen om de huur te kunnen betalen, anders dreigen ze op straat te worden gezet. Daarvoor heeft de hulporganisatie een soort creditcardsysteem opgezet.