Voorkom volledige verdwijning Aramese christenen
Iedereen moet zich inzetten om de volledige verdwijning van de Aramese christelijke gemeenschap te voorkomen, schrijft Aziz Beth Aho.
Enkele weken geleden werd het Aramese stadje Maalula, een van de belangrijkste christelijke steden in Syrië, door islamitische rebellen aangevallen. Daarbij werden meerdere Arameeërs gedood. De meeste inwoners vluchtten midden in de nacht naar het nabijgelegen Arabische dorp Ayn it-Tine. Zij vertelden over aanhoudende beschietingen, zware verwoestingen, verkrachtingen en gedwongen bekeringen tot de islam met wapengeweld en het dreigement van onthoofding. De rebellen maakten de inwoners van Maalula uit voor kruisvaarders en het op de Unesco-Werelderfgoedlijst prijkende pelgrimsoord tot een „wond van Christus.”
Berichten dat de strijd om Maalula beëindigd was en de jihadisten verdreven, zijn inmiddels onwaar gebleken. De semiticus prof. dr. Werner Arnold van de universiteit van Heidelberg, die zich intensief met Maalula bezighoudt, schetst de huidige situatie als volgt:
„Maalula wordt nog steeds door rebellen bezet en is een spookstad geworden. Enkel als de Aramese inwoners weer naar Maalula terug kunnen keren en het dorp weer op kunnen bouwen, zal het millennia oude Aramese culturele erfgoed en de thans acuut met uitsterven bedreigde West-Aramese taal van Maalula kunnen overleven.”
Het West-Aramees was de taal van christenen, Joden en Samaritanen die 2000 jaar geleden ook door Jezus Christus is gesproken en die uitsluitend in Syrië de eeuwen heeft overleefd. Het is de oudste vorm van het Aramees die tot op heden is blijven voortbestaan. De laatste christenen die deze belangrijk cultuurtaal dagelijks gebruikten, waren de christenen van Maalula.
Symboolwerking
De aanval op Maalula is een teken aan de wand en heeft een fatale symboolwerking. Sinds 21 oktober worden nu ook de overwegend door Aramese christenen bewoonde steden Sadad en Hafar door radicaalislamistische groeperingen van het Al-Nusrafront aangevallen. Daarbij zijn reeds tientallen doden en gewonden gevallen.
Het tussen Damascus en Homs gelegen Sadad wordt reeds in het Oude Testament genoemd en is een van de oudste christelijke woonoorden in Syrië. De inwoners zijn voornamelijk Arameeërs en spreken tot op heden het Aramees dat ook Jezus gesproken heeft. Sadad is bekend vanwege de vele oude kerken, zoals de kerk van de moeder Gods, de kerk van de heilige Georgius en die van de heiligen Sergius en Bacchus. Talrijke vluchtelingen uit andere woonoorden hebben de afgelopen tijd hun toevlucht in Sadad gevonden. Er leven daar nu ongeveer 15.000 christenen.
De zwaarbewapende militanten die vorige week Sadad binnendrongen, hebben de inwoners overvallen en plunderden en verwoestten zowel overheidsinstellingen (ziekenhuis en postkantoor) als privaat eigendom (voertuigen en huizen). Ze wierpen wegversperringen op en riepen via luidsprekers de christenen op hun huizen niet te verlaten.
Duizenden mensen zijn in hun huizen gevangen, zonder stroom, water en voedsel. Wie het huis verlaat, loopt het risico gedood te worden. Het Syrische regeringsleger tracht de islamisten uit Sadad te verdrijven en levert daartoe hevige gevechten met de strijders van het terroristische Al-Nusrafront.
Hulpverzoek
Islamisten nemen steeds meer de controle over het land over. Van alle bevolkingsgroepen in Syrië is de situatie van de Aramese christenen het meest schrijnend. De rebellen identificeren hen met het christelijke Westen en ontzeggen hun daarom met brute kracht het bestaansrecht. Een half miljoen christenen hebben hun vaderland reeds verlaten. Het aloude Aramese christendom staat op het punt uit Syrië te verdwijnen. De volledige uittocht is slechts een kwestie van tijd.
De Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) legt u daarom een dringend hulpverzoek voor van de aartsbisschop van het Syrisch-orthodoxe bisdom Homs, Mor Silvanus Butros Alnemeh. Met grote zorg roept hij ook de Nederlandse regering op om zich met kracht voor de onbeschermde christenen in Syrië in te zetten, om te voorkomen dat zij als etnische en religieuze minderheid verdwijnen uit hun inheemse woongebied.
Ons appel gaat uit naar heel de wereldgemeenschap en alle Nederlandse en Europese politici, maar in het bijzonder naar de minister van Buitenlandse Zaken: zet u met kracht in voor deze onbeschermde christenen.
De auteur is voorzitter van de Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM). Dit artikel is een bewerking van een persbericht van de ABM.