Binnenland

Onderzoek bouw kan veel tijd vergen

De enquêtecommissie die de bouwfraude gaat onderzoeken, moet zo snel mogelijk van start gaat, vindt de Tweede Kamer. Vooral twee concrete zaken moeten de commissieleden tot op de bodem uitpluizen. Maar eerst moeten enkele politieke strijdpunten worden uitgevochten. Welke fractie levert de voorzitter? En: mogen de openbare verhoren al voor de verkiezingen plaatsvinden?

25 January 2002 15:55Gewijzigd op 13 November 2020 23:23

GroenLinks-kamerlid mevrouw Vos liet zich donderdag niet zomaar in de val lokken. Op de vraag wie voorzitter moet worden van de enquêtecommissie die de bouwfraude gaat onderzoeken, gaf zij het enig juiste antwoord: dat moet de commissie zelf uitmaken. Maar is zij zelf voor deze functie beschikbaar? Dat antwoord ging de voorzitter van de tijdelijke commissie bouwfraude gemakkelijker af. Breed glimlachend: „Jazeker.”

Dat Vos de parlementaire enquêtecommissie gaat leiden, is niet onaannemelijk. De klus van het vooronderzoek en het formuleren van een vraagstelling heeft ze in elk geval zonder kleerscheuren volbracht. Weliswaar kan de VVD roet in het eten gooien als de liberalen strak vasthouden aan de mores van de Tweede Kamer -volgens het Binnenhofse gewoonterecht zou de VVD aan beurt zijn om een enquêtecommissie te leiden-, maar het is de vraag of de partij van Dijkstal zich op dat ’recht’ zal beroepen.

De VVD was immers lange tijd tegenstander van een enquête naar de bouwfraude? Het ligt niet zo voor de hand dat zo’n partij toch leiding gaat geven aan het onderzoek. Daar komt bij dat de liberalen in de tijdelijke commissie bouwfraude het kamerlid Otto Vos (niet te verwarren met GroenLinks-kamerlid Marijke Vos) hadden afgevaardigd. Vos staat slechts op plaats 47 van de VVD-kandidatenlijst en het is voor hem dus erg riskant om in de parlementaire enquêtecommissie plaats te nemen, laat staan voorzitter te worden.

Een ander VVD-kamerlid voorzitter maken heeft ook z’n bezwaren. Zo iemand heeft immers het voortraject niet meegemaakt?

Ten slotte kan GroenLinks redeneren dat parlementaire gewoonten er zijn om flexibel gehanteerd te worden. Dat tot nu toe alleen vertegenwoordigers van echt grote partijen een enquêtecommissie leidden, betekent nog niet dat dat in lengte van jaren zo door moet gaan. Waarom zou een kleinere partij ook niet eens een kans krijgen?

De vraag is nu vooral hoe hoog de liberalen, met de verkiezingen in aantocht, electoraal denken te kunnen scoren met het voorzitterschap van een enquêtecommissie. Want dit is in het verleden wel gebleken: vooral de voorzitter van de commissie voert over het lopende onderzoek het woord. Vooral op hem of haar zijn de snorrende camera’s gericht.

Met het thema verkiezingen hangt ook het tweede politieke strijdpunt samen dat snel uitgevochten moet worden. Mogen de openbare verhoren al voor 15 mei starten? Nee, zeggen PvdA en CDA, want de bouwfraude mag geen rol gaan spelen in de campagne. Jawel, zegt GroenLinks-kamerlid Vos, die zichzelf als voorzitter wellicht al op tv ziet schitteren, links en rechts een extra zeteltje voor haar politieke groepering meepikkend.

Maar die vraag lijkt een tamelijk hoog theoretisch gehalte te hebben. Enquêtes in het verleden wijzen uit dat het niet gemakkelijk is om binnen drie maanden zo veel vooronderzoek te doen dat de openbare verhoren kunnen starten. De paspoortenenquête (1987/1988) was, compleet met openbare verhoren en verslaglegging, in zeer korte tijd afgerond. Maar dat was dan ook een enquête naar een zeer beperkt, afgebakend onderwerp, en niet naar een hele sector, zoals bij de bouwfraude het geval is.

Volgens de tijdelijke commissie Vos moet het mogelijk zijn dat de echte commissie voor Prinsjesdag haar rapport presenteert. Of men die tijd nodig heeft, hangt af van de werkwijze die de commissie zal kiezen en de hobbels die de parlementariërs onderweg naar het eindrapport tegenkomen.

De door Vos voorgestelde werkwijze is in elk geval overzichtelijk. Zij en haar medecommissieleden bepleitten donderdag een aanpak door middel van deelstudies. Dat zouden in elk geval de twee tot nu toe sterk in het nieuws gekomen affaires moeten zijn: de schaduwboekhouding van voormalig directeur A. Bos van bouwgigant Koop Tjuchem en de Schipholtunnel-fraude.

Een diepteonderzoek naar de eerste zaak zou de Tweede Kamer vooral inzicht kunnen geven in de structuur en de werkwijze van de weg-, water- en wegenbouw. Een verder uitspitten van de tweede kwestie zou met name nuttig kunnen zijn om een beeld te krijgen van de rol die de overheid in grote bouwprojecten speelt en of er hier en daar soms sprake is van regelrechte corruptie door ambtenaren. Maar het is natuurlijk niet uitgesloten, gaf Vos donderdag aan, dat lopende het proces meer case-studies worden toegevoegd. Wat de kans op openbare verhoren voor 15 mei nóg kleiner maakt.

Resultaat en zin heeft de parlementaire enquête overigens nu al, nog voordat zij werkelijk gestart is. Zo kreeg de voorbereidende commissie al een zwarte lijst van Rijkswaterstaat in handen met namen van ondernemingen die wegens slecht gedrag van aanbestedingen zijn uitgesloten. Het ministerie van VROM meldde de commissie negen gevallen van verboden prijsafspraken. En van de Belastingdienst kregen Vos en de haren een lijst van 200 bedrijven die de afgelopen vier jaar samen voor zo’n 90 miljoen gulden aan belasting ontdoken, mogelijk door bouwfraude.

SGP-kamerlid Van der Staaij: „Zo zie je dat voordat de enquêtecommissie daadwerkelijk is gestart, er al een proces in gang is gezet. Partijen geven informatie vrij, gaan met elkaar in gesprek. De Nederlandse Mededingingsautoriteit gaat zich opnieuw op haar taken bezinnen. Kortom: er komt beweging in de zaak. Dat is op zich al winst.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer