Schouder aan schouder rondom opvoeding
VEENENDAAL. Ouders hebben soms moeite met de opvoeding, maar hebben er ook veel ervaring ermee. Het Ds. G. H. Kerstencentrum in Veenendaal ontwierp een laagdrempelig project waarbij ouders met elkaar over opvoeding praten.
Het Kerstencentrum (KOC) biedt al vijftien jaar opvoedingsondersteuning aan gezinnen uit de achterban, de (Oud) Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Die hulp wordt zeer gewaardeerd. Toch hoorde het KOC de afgelopen jaren steeds vaker de opmerking van scholen en kerkenraden dat de geboden steun goed is, maar soms net iets te laat komt.
„Bij opvoedingsondersteuning is er sprake van een hulpvraag”, constateert Korstiaan Karels, onderwijsadviseur bij het KOC. „Er is echter een groeiende groep ouders die wel vragen en behoefte aan doordenking over opvoeding hebben, maar bij wie er geen sprake is van een probleem.”
Het gaat daarbij onder meer om vragen rond mediagebruik, het stellen van grenzen, seksuele opvoeding en godsdienstige vorming. „Deze tijd is complex. Veel ouders ervaren opvoedingsverlegenheid.”
Over deze thema’s bestaan voldoende christelijke boeken, aldus Karels. „We hadden geen behoefte er nieuwe aan toe te voegen. Ook moeten we af van het idee dat ouders moeten worden geholpen door een professionele kracht. De traditionele opvoedingsavond, waarbij een deskundige zijn wijsheid spuit, is op zijn retour.”
Nieuw model
Tijd voor een nieuw model. Het KOC-team bedacht een concept waarbij ouders tijdens zes dagdelen met elkaar in gesprek gaan over opvoedingsvragen. Dat gebeurt onder leiding van een (vrijwillige) begeleider, die de avonden organiseert. Deze krijgen van het KOC een dag cursus.
De invulling van de zes dagdelen is relatief open en afhankelijk van de invulling die de begeleider eraan geeft. Het KOC biedt een groeiend aantal van momenteel vijftien leeswijzers aan, die elk (een deel van een) christelijk opvoedingsboek behandelen. Daarbij gaat het om werken van scribenten met een reformatorische achtergrond, zoals drs. Sarina Brons en ds. C. J. Meeuse, maar ook andere schrijvers, zoals prof. Wim ter Horst en Gary Chapman met zijn ”Vijf talen van liefde”.
„Elke leesbrief bevat ook een fragment van een oude schrijver, zoals Johannes de Swaef, Thomas Watson of Guillelmus Saldenus, over opvoeding”, vertelt Karels. „Soms worden zij aan elkaar gespiegeld in de reeks vragen en stellingen waarmee een leesbrief wordt afgesloten.”
Schouder aan Schouder
Het concept, Schouder aan Schouder geheten, slaat aan, merkt Karels. Na het aanschrijven van de kerkenraden en scholen uit de achterban, zijn die op zoek gegaan naar mogelijke begeleiders van de gesprekskringen.
Inmiddels hebben ruim twintig van hen de trainingsdagen bij het KOC gevolgd en zijn er zo’n vijftien dit najaar gestart met opvoedingskringen. De cursus wordt begin december herhaald. „Deze worden gevolgd door zowel vrouwen en mannen die praatochtenden voor moeders beleggen of een gespreksgroep ’s avonds organiseren waarbij beide echtgenoten worden verwacht. Dit gebeurt in diverse plaatsen in onze achterban, zowel in school- als in kerkelijk verband.”
Ook breder is er belangstelling. Collega-instelling Driestar Educatief gaat het materiaal gebruiken. „Met verschillende kerkgenootschappen worden gesprekken gevoerd over Schouder aan Schouder.”
Karels ontving al enkele reacties van begeleiders. „Zij vinden het samenbindend en leerzaam. Het versterkt bestaande sociale netwerken. Het moet vooral een eigen project zijn van ouders, kerken en scholen. Door deze aanpak worden zij in hun eigen kracht geplaatst.”
Lees hier meer over Schouder aan Schouder.