Mali is front tegen extremisten geworden
BAMAKO (ANP). Het noorden van Mali is sinds lange tijd een conflictgebied. Toearegs zijn sinds begin jaren 90 meerdere keren in opstand gekomen tegen de regering. Ze willen meer autonomie of zelfs een eigen staat in het noorden, dat ze Azawad noemen.
In 2012 escaleerde het conflict door een grote toevloed van strijders en wapens afkomstig van de oorlog in Libië in 2011. Extremistische moslims van onder meer de terroristische al-Qaeda in de Islamitische Maghreb zagen hun kans schoon in het wetteloze gebied. Ze sloten een gelegenheidsverbond met gematigde Toearegs en trokken samen op tegen regeringstroepen.
De extremisten wisten uiteindelijk de overhand te krijgen op de Toearegs. In het noorden van Mali voerden ze een strenge vorm van de islamitische wetgeving sharia in.
De machtsgreep door moslimextremisten in het Sahelland baarde West-Afrikaanse landen grote zorgen. Ze spraken in november vorig jaar af het noorden te heroveren, met steun van de Verenigde Naties. De voorbereidingen op de gezamenlijke missie zouden nog wel maanden in beslag nemen.
De islamisten rukten echter snel op naar het zuidwesten, waar de Malinese regering zetelt. Nadat de moslimmilitanten de stad Konna in het midden van Mali hadden ingenomen, greep oud-kolonisator Frankrijk in.
Het Franse leger begon in januari met de ‘Operatie Serval’. Gesteund door Malinese troepen en vooral militairen uit Tsjaad, heroverde het snel noordelijke rebellenbolwerken als Timboektoe, Goa en Kidal.
De VN-Veiligheidsraad besloot in april unaniem tot een vredesmacht voor Mali. Minusma (Missie van de VN in Mali) ging 1 juli aan het werk en moet uiteindelijk zeker 12.600 man tellen. De Nederlandse oud-minister Bert Koenders leidt die missie.
Vrijdag besloot het Nederlandse kabinet 380 militairen naar Mali te sturen. Ze blijven daar „in beginsel” tot eind 2015. Het zijn merendeels militairen die inlichtingen zullen verzamelen, verwerken en analyseren voor de VN-missie. Ook gaan vier Apache-gevechtshelikopters mee.