Visvangst IJsselmeer moet fors omlaag
DEN HAAG. De visvangst in het IJsselmeer en het Markermeer moet fors omlaag om te voorkomen dat er straks niets meer te vissen valt. Dat blijkt uit een rapport van visserijonderzoeksinstituut Imares dat staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In de twee meren zwemt steeds minder vis rond. Om de trend te keren moet de vangst van snoekbaars met 63 procent omlaag in vergelijking met de huidige praktijk, stelt Imares. De visserijdruk op rode baars zou met 31 procent verminderd moeten worden, die voor blankvoorn met 47 procent en die voor brasem met 88 procent.
In zowel 2010 als 2011 brachten de IJsselmeervissers van deze vier soorten ruim 600 ton aan land. Vorig jaar ging het om 518 ton, meldt het rapport. De vangst kan op verschillende manieren worden verminderd, stelt Imares, bijvoorbeeld door vissers minder vaak het water op te laten gaan, vergunningen te verkleinen of quota in te voeren.
Het advies van Imares speelt een belangrijke rol in het zogenoemde masterplan duurzame IJsselmeervisserij, waaraan wordt gewerkt door bemiddelaar Marjan van Kampen-Nouwen. Staatssecretaris Dijksma heeft haar gevraagd om met concrete voorstellen te komen hoe de visvangst kan worden verminderd.
Volgens Dijksma moeten de IJsselmeervissers hun bedrijfsvoering aanpassen of gaan zoeken naar nieuwe inkomstenbronnen. De staatssecretaris is bereid 1 miljoen euro in een toekomstig ondersteuningsfonds te steken, op voorwaarde dat ook de visserij zelf „een substantiële bijdrage” levert.