Het is voor het eerst dat de minister voorstellen doet voor de besteding van de 800 miljoen euro die vrij moet komen door de basisbeurs af te schaffen en te vervangen door een lening. Volgens Bussemaker kost het jaarlijks 170 miljoen euro om in het tweede jaar van de hogeschool of universiteit de klassen te verkleinen van 22,5 naar 15 leerlingen. Daarnaast kunnen voor 50 miljoen euro ongeveer 100 extra lectoren worden aangenomen om onderwijsgroepen in het hbo aan te sturen die zich bezighouden met praktijkgericht onderzoek.

Het zou verder jaarlijks 15 miljoen euro kosten om een excellentieprogramma op te zetten. Door studenten intensiever bij hun studie te begeleiden kan worden voorkomen dat leerlingen de verkeerde studie kiezen, overstappen of veel te lang over hun studie doen. Bussemaker plakte op het laatste voorstel geen prijskaartje.

De minister zei eerder al dat partijen die de plannen voor het leenstelsel steunen ook mee mogen denken over de besteding van het geld dat vrijkomt. Ze waarschuwde wel dat wensen ten koste kunnen gaan van de investering in de kwaliteit van het onderwijs.

Volgens Bussemaker is het huidige budget voor het hoger onderwijs onvoldoende om de komende jaren internationaal gezien aan de top te blijven. „Hoe blij ik ook ben met de bedragen, die zullen daarvoor niet voldoende zijn”, zei ze.

Bussemaker heeft voor de invoering van het leenstelsel de steun nodig van de oppositie. Coalitiepartijen VVD en PvdA hebben samen geen meerderheid in de Eerste Kamer, waar het wetsvoorstel ook moet worden vastgesteld. D66 en GroenLinks kunnen Bussemaker helpen, maar hebben zich tot nog niet al te enthousiast getoond.