Synode CGK bezorgd over contact met NGK
NUNSPEET. De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) is ongerust over een mogelijke samenwerking met de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK).
De wederzijdse erkenning van de kerken met als praktische toepassing het toelaten van NGK-predikanten op CGK-kansels bleek veel synodeleden te ver te gaan. Ze stelden vragen over de binding aan kerkorde en belijdenis, de toelating van kinderen aan het heilig avondmaal en de algehele openstelling van de ambten. Dr. M. J. Kater vermaande de deputaten eenheid te veel te willen in te korte tijd.
Ook kwam de toe-eigening van het heil ter sprake. Ouderling W. L. Metz (Urk): „Als het leven van het geloof geen wonder is, valt het te vrezen dat er weinig van verstaan wordt. Ik ben van mening dat samengaan onze kerken uit het evenwicht zal brengen.”
Preses ds. D. Quant verhaalde hoe de verhouding met de NGK in de jaren 90 was bekoeld. In 2010 zette zijns inziens de lente in nadat de synode besloot dat de toe-eigening des heils geen barrière meer vormt tussen beide kerken. Het deputaatschap eenheid zal in de derde zittingsweek reageren. Voorzitter ds. W. van ’t Spijker. „Ik denk dat het nog vroeg in de lente is. Dan is het goed om de dingen nog te bedekken.”
De synode besprak woensdagochtend het ”Profetisch getuigenis” van ds. J. Brons. Ouderling J. C. Westeneng (Soest) vond het „ter kennisgeving” aannemen niet voldoende: „Er wordt in het ”Profetisch getuigenis” terecht gerept over onrust, zorg en verdriet in de kerken. Dit gaat de meerdere vergadering ook aan.” Hij stelde met ouderling J. van Leeuwen (Culemborg) voor om een bezinningsmoment te organiseren.
Rapporteur dr. M. J. Kater verklaarde de reactie van de commissie als gepast omdat het getuigenis buiten de kerkelijke weg via kerkenraad en classis de synode is aangeboden. „Ter kennisgeving aannemen betekent niet dat u het stuk naast u neer moet leggen. Dat is niet geloofwaardig. Maar het is onwenselijk dat de synode hartenkreten ruimte geeft met het inlassen van bezinningsmomenten.”