Bovendien is de artsenorganisatie het niet eens met het voornemen van de bewindsvrouw dat SCEN-artsen hun consulten in de toekomst moeten declareren bij de huisarts die hun hulp heeft ingeroepen. Volgens de KNMG is de onafhankelijkheid van de SCEN-artsen daardoor in gevaar. Op dit moment verloopt de declaratie op tijdelijke basis wel via de KNMG. Wigersma van de KNMG heeft donderdag verklaard dat „de stekker eruitgaat” als de bewindsvrouw beide voornemens doorzet. Hij hoopt dat de Tweede Kamer volgende week, als de begroting van Volksgezondheid wordt behandeld, de plannen van Ross terugdraait.

Eerder dit jaar dreigde de KNMG de steun aan het SCEN-project ook al te stoppen. Aanleiding was een conflict over de tarieven. De bewindsvrouw wilde een aanzienlijk lager bedrag invoeren dan de KNMG. Het College Tarieven Gezondheidszorg heeft toen een compromis aangedragen.

Via het SCEN-project worden onafhankelijke, deskundige artsen ingeschakeld om huisartsen bij euthanasie te adviseren. Consultatie van een arts-collega is bij de behandeling van een euthanasieverzoek wettelijk verplicht. Ongeveer 500 huisartsen hebben een cursus gevolgd tot consultatiearts. Dat is ruim 5 procent van het totaal.

Eerder deze week pleitte het EMGO-instituut van het VU-ziekenhuis in Amsterdam voor uitbreiding van het SCEN-project naar ziekenhuizen en verpleeghuizen. Voorzitter R. Valentijn van de Orde van Medisch Specialisten vindt dit niet voor elk ziekenhuis nodig. Een huisarts werkt alleen, in een ziekenhuis zijn vijf tot tien mensen betrokken wanneer euthanasie bijvoorbeeld bij een kankerpatiënt wordt uitgevoerd. Consultatie gebeurt dan automatisch en zit al in het ziekenhuisprotocol.