12 jaar cel voor in brand steken echtgenote
UTRECHT (ANP). De 46-jarige Utrechter Ahmed E. moet van de rechtbank in Utrecht 12 jaar de gevangenis in omdat hij zijn echtgenote levend in brand heeft gestoken. Tegen E. was 15 jaar cel en tbs geëist voor moord, maar de rechters achtten niet bewezen dat hij met voorbedachten rade had gehandeld.
Het lichaam van de 34-jarige vrouw werd vorig jaar augustus gevonden in een flatwoning in de Utrechtse wijk Hoograven, nadat er brand was uitgebroken. Volgens de rechtbank heeft E. haar met een stuk hout neergeslagen, haar kleding met benzine overgoten en haar in brand gestoken. Onbekend is of ze toen bij kennis was.
De rechtbank verwierp het scenario van E. dat zijn vrouw zichzelf in brand had gestoken nadat ze eerst zichzelf had verwond. De vrouw had een forse hoofdwond en een gebroken elleboog. Volgens de Utrechter was ze al jaren ‘door geesten bezeten’ en had ze maandelijks driftbuien waarbij ze zichzelf verwondde. Zijn wisselende verklaringen bij de politie kwamen de geloofwaardigheid van de verdachte niet ten goede, aldus de rechters.
Volgens de rechters was er geen bewijs voor voorbedachten rade, maar wel hielden ze er in de straf rekening mee dat het slachtoffer ‘op gruwelijke wijze’ was overleden. Ook werkte zijn ontkennende houding in de rechtszaal in het nadeel van de Utrechter. „Hij heeft tot het laatste moment geprobeerd weg te komen met zijn daad”, aldus de rechter.
De officier van justitie eiste ook tbs met dwangverpleging, maar de rechtbank zag daarvan af. Hoewel deskundigen een geestelijke stoornis bij de man constateerden, kon niet worden vastgesteld of deze van invloed is geweest op zijn daad. De Utrechter weigerde mee te werken aan psychische onderzoeken. Omdat E. verder geen strafblad heeft en er niets is gebleken van gevaar van herhaling, zag de rechtbank geen aanleiding voor het opleggen van een tbs-maatregel.