‘Testrit’ te voet langs zonnigste zuidstrand in ”salsa terra”
Al is Nederland klein en vol, voor wandelen is er nog alle ruimte. Bovendien leer je kuierend stad en land beter kennen. Zo ontdek je, zuigend op een Zeeuwse roomboterbabbelaar, dat Westkapelle in 1944 het Normandië van Nederland werd en dat Zoutelande nu Zandvoort-allures heeft. Verslag van een ’testrit’ te voet.
Reisleiders Manuel Dekkers en Marian Kingma trokken ruim een jaar met een camper door Nederland. Het viel het duo op dat veel bestaande wandelingen niet langer dan 6 à 7 kilometer zijn. Voor doorgewinterde wandelaars te kort om een dagje lekker onderweg te zijn. Om die reden gingen de auteurs zelf op zoek naar routes van rond de 15 kilometer. Het lukte hun zestig wandelingen uit te zetten met een minimum aan verharde paden. Twee tochten door oude stadswijken van Amsterdam vormen daarop een uitzondering. Vrijwel alle trajecten zijn met het openbaar vervoer te bereiken.
Hun Capitool Wandelgids, verpakt in een fraaie box, legt het accent op plantengroei en dierenleven, maar biedt tevens in een notendop informatie over culturele en landschappelijke bijzonderheden en over de geschiedenis van het gebied. Praktische tips over de horeca onderweg ontbreken evenmin. Op die manier kan de gebruiker zich thuis inlezen en redelijk voorbereiden. En daarna op pad, met een van de dertig losse kaarten op zak. Op de voor- en achterkant is -in vogelperspectief- een uitgestippelde route afgedrukt. Alle provincies komen aan bod. In Zeeland zijn vijf routes beschreven, waarvan ”Tussen Westkapelle en Zoutelande” er een is.
Duizendponders
Via de Poppekerkseweg en de Pauluswegeling gaat het langs een bedrijventerrein, waar een Duitse bunker alsnog een nuttige bestemming kreeg. Een slagboom biedt toegang tot ’t Wasschapselsebos. Staatsbosbeheer laat er enkele koeien grazen, zodat de wandelaar tussen verse vlaaien door moet laveren. Een glibberig pad leidt langs de Westkapelse Kreek. De zilte plas ontstond toen de geallieerden in oktober 1944 duizendponders op de zeedijk dropten. In de volgelopen bomtrechters mag nu de natuur haar gang gaan.
Bij Boudewijnskerk trekt een groene puist in het polderlandschap de aandacht. De Vliedberg heet het metershoge geval, omdat het vroeger waarschijnlijk bij vloed als vluchtheuvel diende. Boeren zijn bezig met de bietenoogst of ploegen akkers. Verkeer is er nauwelijks. Vette kleikluiten op de weg vragen om moeilijkheden. Laarzen? Thuis.
Gelukkig breekt de zon door de loodgrijze bewolking. Rechts houdt Duinpark Het Kustlicht zijn winterslaap. Vakantiehuisjes vind je rond Zoutelande bij bosjes. Het dorp prijst zichzelf aan als ”de rivièra van Zeeland”. Om Duitsers te paaien heeft bijna ieder huis wel een bord ”Zimmer frei”.
Een boer in Walcherense dracht, onder aan de dijk in brons gegoten, herinnert aan de tijd dat Zoutelande nog een kerkringdorp was. Sinds de duinen op deltahoogte zijn gebracht vormt de St.-Catharinakerk niet meer het middelpunt. Huisjes aan de zeezijde liggen nu onder het zand. Zo ook de plek waar Willibrord in de ”salsa terra”, de zoute landen, op zoet water stuitte. Toeristen die in bakkerij-lunchcafé ”De Babbelaer” met een warme choco en een kaneelbeschuitje de benen strekken, moeten het met een kopie van zijn put doen.
Shermantank
Een schelpenpad naar Westkapelle volgt de toppen van een hoge en smalle duinrichel. De zeereep biedt uitzicht op de monding van de Westerschelde. Schepen varen vlak langs het ”zonnigste zuidstrand van Nederland”. Met stevig doorstappen bereik je een halfuur later opnieuw de Westkapelse Kreek. Langs de oever groeien wilgenroosje en leverkruid. Op de zeedijk houden een Britse Shermantank en fotopanelen de herinnering aan de landing in 1944 levend.
Voor de wandelaar is na 13 kilometer de cirkel weer rond. De routekaart bleek prima te kloppen, al fungeerde de stokoude toren van de Willibrorduskerk soms als een baken in zee. Als deze tocht representatief is, dan zit het met al die andere 59 Capitool-trips wel snor.
Mede n.a.v. ”De mooiste wandelingen in Nederland”, door Manuel Dekkers en Marian Kingma; uitg. Unieboek/Van Reemst; ISBN 90 789041018861; 304 blz.; 39,90 euro. Bij het boek worden dertig wandelkaarten geleverd.