Nederlander in Egypte vast om „terrorisme”
CAIRO (ANP). Een 25-jarige Nederlandse man zit sinds half augustus vast in Egypte omdat de autoriteiten hem verdenken van terrorisme. Ahmed D., kleinzoon van de voormalige Somalische president Siad Barre, is sinds vorige week donderdag in hongerstaking omdat hij vreest geen eerlijk proces te krijgen.
Dat heeft zijn advocaat André Seebregts maandag aan het persbureau ANP laten weten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken zegt niet op individuele zaken te kunnen ingaan. „Dat doen wij nooit”, zegt een woordvoerder.
De precieze verdenking tegen D. luidt lidmaatschap van een niet nader omschreven terroristische organisatie, het trainen van personen en contacten met terroristen. D. weerspreekt alle beschuldigingen. Hij spreekt van een puur politieke arrestatie. „Het is bekend dat in Egypte tegenstanders van het huidige regime worden gearresteerd en worden vastgezet”, zegt Seebregts.
D. werd in Somalië geboren, maar zijn ouders vluchtten begin jaren 90 naar Nederland, toen president Siad Barre de wijk moest nemen voor politieke tegenstanders. De grootvader van D. was zelf in de jaren 60 door een staatsgreep aan de macht gekomen. De dictator overleed in 1995 in ballingschap. D. woonde tot zijn 17e in Nederland en verhuisde daarna naar Engeland om te studeren. In 2011 ging hij in Egypte wonen om Arabisch te leren. Met zijn vrouw had hij plannen om in Duitsland te gaan wonen. Zijn vrouw is afgelopen weekeinde bevallen.
De verdachte zegt op 19 augustus thuis te zijn gearresteerd. „De politie was aanvankelijk op zoek naar een huisgenoot. Maar toen deze niet werd gevonden, werd D. meegenomen. De politie zei dat ze wilde dat hij een tijdje een Egyptische cel van binnen zou zien”, vertelt Seebregts. D. zegt tijdens zijn aanhouding en in de dagen erna in elkaar geslagen te zijn door de politie en bewakers. Die mishandelingen zouden nu niet meer plaatsvinden, maar hij mag niet van zijn cel afkomen. Hij vindt ook dat hij nauwelijks medewerking krijgt van de Nederlandse ambassade.
Seebregts zegt dat het Egyptische Openbaar Ministerie telkens belooft de zaak voor de rechter te brengen, maar daar ook iedere keer weer van afziet. Volgens D. vanwege gebrek aan bewijs.