Als het winterweer echt bar en boos is, zijn 1200 mensen bezig om te zorgen dat het verkeer op het landelijk wegennet kan doorrijden. Het landelijk dekkend gladheidsmeldsysteem waarschuwt automatisch wanneer er kans op gladheid ontstaat en actie nodig is.

Als het flink gaat sneeuwen, kunnen 350 sneeuwploegen en 500 strooiwagens op pad. Soms rijden de strooiwagens ook nog met een sneeuwschuiver. Maar ook ‘losse’ sneeuwschuivers doen hun werk op de weg. Als het moet, rijden de chauffeurs in ploegendienst dag en nacht. Zo kunnen de wegen, indien nodig, in 2 uur preventief met nat zout worden gestrooid. Door het zout vlak voordat het op de weg valt nat te maken met een zoutoplossing, blijft het beter op de weg liggen. Hierdoor verwaait het veel minder.

De zoutstrooiers en de sneeuwschuivers zijn van Rijkswaterstaat. De wagens en chauffeurs worden op afroep ingehuurd. Het zout voor de komende winter ligt opgeslagen in ongeveer 60 depots. Vorig jaar is er ongeveer 130.000 ton zout gestrooid. Aan het wegenzout is een antiklontermiddel toegevoegd. Als het lang in een zoutloods ligt, zonder het antiklontermiddel, is het niet meer te verwerken.

Als een tekort aan strooizout dreigt, treedt het zogeheten zoutloket in werking. Op die manier kan het zout worden herverdeeld om de belangrijkste wegen begaanbaar te houden. Voor Rijkswaterstaat begint op 1 november het winterseizoen.