Aanleiding voor het inspectiebezoek waren twee meldingen van cliënten bij de inspectie over de gevolgen van bezuinigingen, waardoor mensen bij toerbeurt noodgedwongen in bed moesten blijven. Daardoor laaide in de media opnieuw de discussie op over tekorten in de zorgverlening in verpleeghuizen. Gezien die die telkens terugkerende discussie wil de inspectie volgend jaar onderzoek doen naar de feitelijk verleende basale zorgverlening in de verpleeghuizen.

Met betrekking tot verpleeghuis De Egmontshof vindt de inspectie het onaanvaardbaar dat de zorg daar op onderdelen door de bodem is gezakt. Een oordeel over de zogenoemde ’pyjamadagen’, waar zoveel ophef over ontstond, geeft de inspectie niet.

De directie van De Egmontshof had eerder aan de bel moeten trekken, toen bleek dat de zorg onder het kwaliteitsniveau zakte. Bovendien is de inspectie niet vooraf geïnformeerd over de bezuingingsingrepen en de consequenties daarvan voor de kwaliteit van de zorg. Directeur P. den Uil van het verpleeghuis erkent dat, maar zegt dat hij zijn problemen al eerder bij het zorgkantoor had gemeld: „Voor mijn gevoel heb ik daarmee de noodklok toen al geluid.”

In het rapport staat dat in het verpleeghuis wordt afgeweken van de met de cliëntenraad overeengekomen basiszorg. „Zowel de cliëntenraad als de medewerkers vinden dat de basiszorg de afgelopen jaren tot beneden het niveau is gedaald.” In het rapport staat dat sommige zorgtaken in risicogebied verkeren, zoals de persoonlijke hygiëne, toiletgang en dagindeling. Op sommige afdelingen was een aantal toiletten gesloten.

Om de zorg te verbeteren moeten in overleg met de cliëntenraad en de verschillende artsen en verplegers nieuwe afspraken worden gemaakt over de vraag wat de basiszorg in het verpleeghuis moet zijn. „Hierbij moet ook de wijze van registratie, analyse en communicatie naar binnen en buiten de organisatie worden vastgesteld.” Ook moet er permanent toezicht komen in de huiskamers van psychogeriatrische patïenten. Dat permanent toezicht is er nu niet. Volgens Den Uil is dat in veel meer verpleeghuizen het geval.

Het verbaast de inspectie dat De Egmontshof in eerdere onderzoeken goed scoort op het gebied van doelmatigheid, maar slecht op het gebied van overleg met cliënten- en de medewerkers. Naar deze schijnbare inconsistentie zou nader onderzoek moeten worden gedaan. Sowieso wil de inspectie over een week weten hoe de maatregelen tot verbetering in het verpleeghuis worden doorgevoerd. Ondertussen wordt het toezicht bij De Egmontshof „geïntensiveerd en worden de te nemen maatregelen nauwlettend in de gaten gehouden”.

De directeur is tevreden over het eindoordeel van de inspectie, „omdat de conclusies voor de hele verpleeghuissector gelden. Aangezien ik weet dat verscheidene verpleeghuizen soortgelijke problemen hebben, ben ik benieuwd naar wat er nu gaat gebeuren.”