Uitspraak zaak-Heringa ondermijnt recht
De zaak-Heringa laat iets zien van een breed gebrek aan zinervaring, stellen dr. R. Seldenrijk en C. H. Ariese-van Putten MSc.
Deze week sprak de rechtbank in Zutphen zich uit in de zaak-Heringa. De 71-jarige Albert Heringa hielp zijn 99-jarige moeder in juni 2008 toen zij een einde aan haar leven maakte. Zij nam 161 pillen in, die Heringa voor haar had verzameld. De rechter verklaarde Heringa schuldig aan hulp bij zelfdoding, maar straf kreeg hij daarvoor niet opgelegd.
De aanleiding voor een justitieel onderzoek naar de zaak was de op 8 februari 2010 uitgezonden televisiedocumentaire ”De laatste wens van Moek. Een zelf geregisseerde dood”. In deze documentaire bracht Heringa naar buiten dat hij zijn moeder behulpzaam is geweest bij het realiseren van haar wens tot het beëindigen van haar leven. Maar hulp bij zelfdoding zonder tussenkomst van een arts is strafbaar in Nederland. Er staat een maximumcelstraf van drie jaar op. Het openbaar ministerie had vorige maand drie maanden voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van twee jaar tegen Heringa geëist. Die werd dus niet opgelegd. Hoe staat het met onze rechtsstaat?
Naastenliefde
Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn sinds 12 april 2001 in Nederland gelegaliseerd. Dat is vastgelegd in de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding, ook wel Euthanasiewet genoemd. Deze wet stelt criteria waaraan de arts zich moet houden. Bovendien is de arts verplicht om de toepassing van euthanasie of het verlenen van hulp bij zelfdoding te melden aan de gemeentelijk lijkschouwer. Vervolgens beoordeelt een van de vijf regionale toetsingscommissies (rtc’s) of daarbij aan de wettelijk vastgestelde zorgvuldigheidseisen is voldaan. Albert Heringa heeft zijn hulp bij de zelfdoding van zijn moeder verricht zonder de wettelijk verplichte tussenkomst van een arts. Hij heeft bewust de Euthanasiewet overtreden. Hij heeft hiermee willens en wetens het recht in eigen handen genomen.
De rechtbank oordeelde daarom dinsdag nadrukkelijk dat Heringa zich bewust schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Wel was de rechtbank ervan overtuigd dat hij handelde uit naastenliefde. Bovendien heeft justitie lang gewacht met het besluit om hem te vervolgen. Daarom wordt hij niet bestraft. Maar is het niet zo dat de rechter heeft te oordelen over de vraag of iemand handelt overeenkomstig de wet, in plaats van over zijn of haar liefdevolle intenties?
In de uitspraak van de rechtbank staan verschillende van Heringa’s belangenafwegingen. Bewust koos hij ervoor om de bestaande wetgeving over euthanasie niet in acht te nemen. Volgens de verdediging van Heringa was er namelijk geen sprake van reële alternatieven. Maar de rechtbank vond dat er hier geen sprake was van een noodtoestand. In plaats van hulp bij zelfdoding had Heringa zijn moeder moeten helpen bij het vinden van een arts die wel bereid was om hulp bij zelfdoding te verlenen. Maar was dat niet het meest karige antwoord dat men kon geven? Naar welke samenleving zijn we op weg?
Waardigheid
Onlangs schreef Klaas-Jan Pos (Psychiater GGZ Midden-Nederland) over Victor Emil Frankl (1905-1997). Frankl was een Oostenrijkse neuroloog, psychiater en overlevende van de Holocaust. Hij kreeg, onder andere door zijn ervaringen in de concentratiekampen, de diepe overtuiging dat het leven onder iedere omstandigheid zinvol is. Frankl merkte dat niet degenen die in fysieke zin het sterkste waren het langst overleefden, maar juist diegenen die ondanks de moeilijke omstandigheden nog betekenis in hun leven ervoeren of hun waardigheid behielden, in de ontmoeting met anderen of in hun verhouding tot het lijden. Lijden maakt het leven niet zomaar zinloos.
Het hele debat rond euthanasie en hulp bij zelfdoding laat zien dat onze maatschappij te maken heeft met een collectief identiteitsprobleem en een gebrek aan zinervaring. De gevolgen daarvan zijn ernstig. Er is onmiskenbaar een relatie tussen een gebrek aan zinervaring, depressieve symptomen en een toegenomen doodswens. Het oprechte geloof zorgt ervoor dat we kracht mogen ontvangen om de laatste levensfase moedig te kunnen dragen, betekenis te ervaren en van betekenis te zijn voor elkaar.
Heringa overtrad bewust de wet, werd schuldig verklaard, maar krijgt geen straf. Geeft de rechtbank hiermee niet een verkeerd signaal af? Op dit hellende vlak weten we er nog wel een paar. Op een dag willen we bijvoorbeeld vanuit liefde voor onze huisgenoten op tijd thuis zijn en rijden door alle rode verkeerslichten. De bekeuring deert ons niet: we zijn schuldig, maar hebben niemand gedood. Niemand zou het in zo’n geval echter accepteren als we weigeren de boete te betalen. Zo werkt het niet in een rechtsstaat.
De auteurs zijn respectievelijk directeur en beleidsmedewerker van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV).