Nederlands koningshuis in oorlogstijd
AMSTERDAM. „Neen, ’t was geen vlucht die u deed gaan...” De relatie tussen koningin Wilhelmina en een deel van haar onderdanen kwam onder spanning te staan toen ze in de meidagen van 1940 de wijk nam naar Engeland. Haar imago herstelde zich spoedig. De verhouding tussen vorst en volk is soms complex.
Dik is de kluisdeur in de kelders van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) aan de Herengracht in Amsterdam. En loodzwaar. De Deutsche Bank, die de ondergrondse ruimte liet graven, borg er zijn goud op. Nu bevatten de kelders rijen stellingen vol documentatie over de duistere jaren waarin het Nederlandse volk en zijn vorstenhuis vanwege de Duitse overheersing van elkaar gescheiden waren.
”Vorst en volk” is momenteel het thema van de Maand van de Geschiedenis. Daarom liggen op een tafel in de –anders niet voor het publiek toegankelijke– NIOD-kelders archivalia rond dat thema uitgestald. Foto’s van Wilhelmina zoals die tijdens de oorlog in grote aantallen werden verspreid, sommige met het gedicht dat ds. Welter maakte na het vertrek van het vorstenhuis naar Londen: „Neen, ’t was geen vlucht…” Een ”Strafbefehl” voor iemand die een oranje bloem droeg. Stapels felicitatiekaartjes die ouders in Den Haag ontvingen die hun pasgeborene in 1941 Irene Beatrix Juliana Wilhelmina durfden te noemen – de vader werd door de Duitsers ondervraagd, de vroedvrouw die deze naam had geadviseerd, zat jaren in Kamp Ravensbrück, maar overleefde.
Er ligt een foto waarop alleen koningin Emma en prins Hendrik te zien zijn; de verboden beeltenissen van Wilhelmina en Juliana zijn eruitgeknipt, maar als silhouet nog duidelijk herkenbaar.
Volk en vorstenhuis bleven ook tijdens de gedwongen scheiding tijdens de oorlogsjaren nauw met elkaar verbonden, laat drs. René Kok zien aan de hand van de dvd vol filmbeelden die hij over die periode samenstelde. Hij toont het bezoek van Juliana en Bernhard aan een zonnige Bollenstreek op 2 mei 1940, acht dagen voordat de Duitsers aanvielen en koningin Wilhelmina haar dochter wakker maakte met de woorden: „Ze zijn gekomen.”
De proclamatie is te horen waarin de vorstin zich tot het volk richtte. „Mensen zijn soms boos als ik zeg dat Wilhelmina die niet zelf voorlas. Dat hebben ze zelf gehoord, zeggen ze.” Het bericht klinkt. „Een ANP-omroeper. En de tekst was van premier De Geer. Opmerkelijk krachtige woorden, vergeleken met zijn latere houding, toen hij de hoop op een overwinning opgaf.”
Nieuwe beelden volgen: Wilhelmina’s aankomst in Londen, haar werk achter haar bureau, overleg met prins Bernhard en minister Van Kleffens van Buitenlandse Zaken, de ontvangst van Engelandvaarders, de ontmoetingen van de vorstin met de Britse koning en de Amerikaanse president.
Beelden van Bernhards activiteiten; volgens Churchill was hij de enige die van de oorlog genoot. Beelden van Juliana’s leven in de Canadese hoofdstad Ottawa, haar vakantie in de Amerikaanse staat Massachusetts, haar bezoeken aan Suriname en de Nederlandse Antillen. Beelden van Wilhelmina’s bezoek –ondanks haar vliegangst– aan Canada; van de doop van prinses Margriet.
Prins Bernhard was al snel present nadat het zuiden van Nederland was bevrijd. Koningin Wilhelmina mocht van de geallieerden later pas naar haar land, toen het veilig genoeg was. Op de film stapt ze over de meelstreep die de grens tussen België en Zeeuws-Vlaanderen markeerde. De omstanders zijn hun ontroering niet meester.
Het nazibewind ging ten onder, en Bernhards stem klonk door de ether: „Landgenoten, het uur van uw bevrijding is aangebroken…”
Een tweede dvd van het NIOD belicht de naoorlogse jaren. Tot teleurstelling van koningin Wilhelmina kwam staatkundige vernieuwing nauwelijks van de grond. Moe van alles deed ze afstand van de troon.
Die teleurstelling stak ze niet onder stoelen of banken toen ze op de avond voor haar abdicatie haar laatste toespraak hield. De verhouding tussen vorst en volk bleef complex.