Conflict oorzaak dreigbrief CBR
Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) aan de Lange Kleiweg in Rijswijk heeft vorige week vrijdag niet alleen een poederbrief gekregen, maar ook een dreigbrief.
Daarin worden zowel het bureau als de gebouwen van rijscholen en examinators die volgens de nieuwe methode Rijopleiding in Stappen (RIS) werken met harde aanslagen bedreigd.
„RIS-examinators zijn nergens veilig meer”, meldt de brief volgens een woordvoerder van de Landelijke Belangenvereniging Verkeersinstituten in Nederland (LBVI). Die heeft een kopie van de brief gekregen.
De politie Haaglanden neemt de zaak serieus op. Dat heeft een woordvoerder vrijdag gezegd. „Het zag er dreigend genoeg uit. Dit doe je niet zomaar.” Het CBR doet in het belang van het onderzoek geen mededelingen over de inhoud van de brief. „Dit is geen plezierige situatie voor de CBR-medewerkers”, zei een woordvoerder wel.
Volgens voorzitter A. Beumer van de LBVI is de dreigbrief gericht aan de directeur van het CBR, J. Vaessen, en ondertekend door de Belangenorganisatie Rijschoolhouders en -instructeurs. De afzenders manen Vaessen zich niet te „bemoeien” met de nieuwe methode Rijopleiding in Stappen. „Met ingang van 1-12-2003 zal er bloed vloeien”, aldus de tekst.
Het CBR leidt als enige in Nederland instructeurs op voor de RIS. Die rijcursus nieuwe stijl zou een zeer hoog slagingspercentage hebben.
Onder de rijschoolhouders bestaat volgens Beumer weerstand tegen de introductie van de RIS. Een aantal instructeurs heeft er moeite mee dat het CBR zich met de manier van lesgeven bemoeit. De LBVI maakte bezwaar tegen de monopoliepositie van het CBR. De belangenvereniging stapte daarom dit jaar naar de rechtbank. De rechter heeft besloten dat het CBR de eerste 840 instructeurs mag opleiden. Daarna mogen ook andere organisaties de rijschoolhouders les gaan geven.
De afzenders van de dreigbrief meldden dat er problemen genoeg zijn „bij de examinators van heden”. „Wij pikken dit niet, punt uit, wat nu gebeurt is zelf-doding, oneerlijke concurrentie, laf en gelddorst.” De LBVI is niet onder de indruk van de brief. „Dit is het werk van een paar idioten”, denkt Beumer.