Maand van de Geschiedenis: relatie vorst en volk soms lastig
Ze kenden elkaar nauwelijks, de vorst en zijn volk. Koning Willem I, wiens troonsbestijging in de periode 1813-1815 het einde van de napoleontische tijd moest markeren, en zijn Nederlandse onderdanen hadden elkaar in geen achttien jaar gezien. En de latere Willem II, die kroonprins werd, sprak zelfs nauwelijks Nederlands.
De herdenking van 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden valt samen met de keuze voor ”Vorst en volk” als thema voor de Maand van de Geschiedenis (1 tot en met 31 oktober). Nederland heeft inmiddels zijn vierde Oranjekoning, en hij is de zevende Oranjemonarch, regentes Emma niet meegerekend. Er gingen anderen aan vooraf: keizer Napoleon, koning Lodewijk Napoleon, eerder de Habsburgse keizer Karel V en koning Filips II, om over vroeger eeuwen maar te zwijgen.
Soms was de relatie tussen die vorst en het Nederlandse volk uiterst gecompliceerd. De verhoudingen varieerden van warme liefde tot kille haat. Sommige vorsten dienden meer hun eigen belang en idealen dan die van de inwoners van het land. De ene vorst deed veel tot welzijn van het volk, de ander dompelde zijn rijk in misère.
Prins Willem Frederik werd op 30 november 1813 uitbundig binnengehaald; hij was geen vreemde snoeshaan die van buitenaf werd opgedrongen. Als koning Willem I was hij het gezicht van de eenheidsstaat zoals die zich al sinds 1795 uit de voorheen relatief zelfstandige Zeven Verenigde Nederlanden vormde.
Verschillen
Op 29 november worden in de Nieuwe Kerk in Amsterdam biografieën van de koningen Willem I, II en III gepresenteerd. Uitgeverij Boom belooft „biografieën vol onthullingen en nieuwe inzichten”, maar houdt de inhoud nog geheim.
De auteurs –dr. J. P. M. Koch en dr. D. van der Meulen van de Universiteit Utrecht en dr. J. C. van Zanten van de Universiteit van Amsterdam– werkten vijf jaar lang elke dinsdag in het Koninklijk Huisarchief in Den Haag aan hun boek. Ze willen een evenwichtiger beeld van de drie vorsten schetsen dan volgens hen naar voren komt uit het citatenboek ”Voor de troon wordt men niet ongestraft geboren” van drs. Dorine Hermans en dr. Daniela Hooghiemstra (2008).
Koch typeert Willem I als „nauwgezet, punctueel, een beetje saai wellicht.” Willem II was volgens Van Zanten oorlogsheld, avonturier en romanticus, „een empathisch mens, maar ook ijdel, met vele gebreken en fouten. Maar wie is feilloos?”
„De empathie die zijn vader kenmerkte, ontbeerde Willem III volledig”, observeert Van der Meulen in het tijdschrift dat ter gelegenheid van de Maand van de Geschiedenis is uitgegeven. „Al zijn zoons stierven eerder dan hij. Het deed hem weinig, voor zover ik heb kunnen vinden. Het is sowieso moeilijk te achterhalen wat hem dreef en wat hij ergens van vond. Willem III had een hekel aan schrijven; er zijn maar een paar brieven van hem bewaard gebleven, in een handschrift dat praktisch onleesbaar is. Dat betekent getob voor een biograaf.”
Activiteiten
Deze maand zijn er tal van andere activiteiten rond het thema ”Vorst en volk”. Hieronder een selectie. De lezingen, wandelingen, exposities en kinderactiviteiten concentreren zich vaak op de telgen uit het Huis Oranje-Nassau die het huidige Koninkrijk der Nederlanden regeerden, maar hier en daar is er ook aandacht voor andere wereldlijke en religieuze vorsten en leiders uit onze lage landen aan de zee.