Opinie

Aanpak pesten zaak van ouders en docenten

De aanpak van pesten op school is een mentaliteitskwestie. Het is aan ouders en docenten om dit probleem op te lossen, reageert Zeger Wijnands op onderzoek van prof. René Veenstra.

Zeger Wijnands
21 October 2013 10:38Gewijzigd op 15 November 2020 06:31
beeld Fotolia
beeld Fotolia

Het Finse antipestprogramma KiVa vermindert het aantal pestklachten op scholen met meer dan de helft, was de conclusie van prof. René Veenstra (RD 16-10), socioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). KiVa is volgens het onderzoek van Veenstra de enige bewezen effectieve aanpak tegen pesten. Dit is volgens mij onjuist. Tal van onderzoeken spreken dit tegen.

Eerder onderzoek door TNO naar een andere methode, Prima, toonde bijvoorbeeld aan dat Prima leidde tot een terugdringing van pesten met 60 procent. Opmerkelijk was dat uit dit onderzoek ook bleek dat de controlescholen –scholen die niet meededen aan de methode– ook een reductie haalden van ongeveer 60 procent. De belangrijkste conclusie naar aanleiding van dit TNO-onderzoek was dan ook: niet de methode leidt tot het stoppen van pest­gedrag, maar de vraag in hoeverre ouders en leraren er stelling tegen nemen.

Overigens zijn onderzoeksresultaten naar diverse antipestmethoden nooit een-op-een te vergelijken. De vraag is immers hoe het onderzoek is uitgevoerd. Is het onderzoek onafhankelijk? Wat is er precies gemeten? Hoe, waar en op welk moment?

KiVa werd eerder door dezelfde vakgroep sociologie van de Rijksuniversiteit Groningen geïntroduceerd als een nieuwe revolutionaire methode tegen pesten op school. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat KiVa geen enkel nieuw gezichtspunt bevat. Zij bestaat uit een samenraapsel van maatregelen die scholen al langer toepassen. Dat is natuurlijk helemaal niet erg. Een goede aanpak bouwt voort op bestaande (wetenschappelijke) inzichten en maatregelen die zich in de praktijk inmiddels hebben bewezen. KiVa doet dat ook, en daarmee is zij zeker niet de slechtste methode die er op de markt is.

Zo blijkt KiVa voor een belangrijk deel gebaseerd op inzichten afkomstig van vooraanstaande deskundigen, zoals de Nederlandse onderwijspsycholoog Bob van der Meer. Ook daar is niets mis mee. Wel is er iets mis met het feit dat de vakgroep sociologie van de universiteit dit niet publiek erkent. Pronken met andermans veren is niet fatsoenlijk. Zeker niet in een tijd waarin er zo veel te doen is over plagiaat door wetenschappers.

Toename van pestgedrag

Onderdeel van het onlangs door het ministerie van Onderwijs gepresenteerde plan van aanpak tegen pesten, is dat het ministerie één of enkele methoden verplicht wil stellen voor scholen waarvan wetenschappelijk is bewezen dat ze werken. Volgens Veenstra is ‘zijn’ methode de enige waarvan dit is aangetoond. Als het ministerie daarin meegaat, is KiVa straks wellicht de enige methode die alle scholen moeten gebruiken.

Betekent dit dan dat het pestgedrag op scholen daarna met 50 procent afneemt? Nee, want uit diverse onderzoeken is gebleken dat een methode pas werkt als leraren zich betrokken voelen. Een verplichte methode werkt juist demotiverend. Uit onderzoek blijkt dat dit zelfs kan leiden tot een toename van pestgedrag, want leerlingen hebben het razendsnel in de gaten als de school wel een methode hanteert, maar de leraren die helemaal niet zien zitten.

Het was trouwens voorspelbaar dat KiVa straks deel uitmaakt van de verplichte methode(n) voor scholen. Al eerder heeft het ministerie van Onderwijs 1 miljoen euro subsidie verstrekt aan de vakgroep sociologie van de Rijksuniversiteit Groningen, ten behoeve van de introductie van KiVa. Waarom? Volgens een eerder onderzoek zou KiVa in Finland leiden tot een reductie van pestgedrag met ongeveer 30 tot 40 procent. Het enige wat we daaruit kunnen afleiden, is dat KiVa daar slechts matig succesvol is gebleken, terwijl er relatief hoge kosten mee zijn gemoeid.

Mentaliteit

Feitelijk bestaat er geen methode die het pesten op school kan oplossen, omdat het een mentaliteitskwestie is, vooral van ouders en leraren. Het gaat om bewustzijn en betrokkenheid van volwassenen. Zij moeten dit probleem oplossen. Het is nodig dat ze een duidelijke streep trekken. Positief geformuleerd moet de boodschap zijn: Wij willen dat jullie op school goed met elkaar omgaan. En de keerzijde: Wij –ouders en leraren– accepteren het niet als er een leerling wordt buitengesloten.

Vooral de rol van de ouders is van groot belang. Als zij willen, kunnen ze er samen met de leraren voor zorgen dat geen enkele leerling slachtoffer van (langdurig) pesten wordt. Voor deze aanpak is een antipestmethode overbodig. Het is bovendien gratis, en het kost relatief weinig inspanning. Alleen moet bij veel leraren en ouders nog even de knop om. Dat is kern van het pestprobleem op veel scholen.

De auteur is oud-leraar en presenteert op 21 november in De Vijverhoeve te Zwolle zijn boek ”Als je wordt buitengesloten. Hoe ouders en leraren een einde kunnen maken aan pesten op school”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer