De Graafs geduld met Antillen is op
Het geduld van minister De Graaf met de Antillen is op. Als de regering van Godett niet zeer snel een besluit neemt over de armoedebestrijding, zal de minister het Antilliaanse kabinet passeren.
De Graaf (Antilliaanse Zaken) zei gisteren in de Tweede Kamer dat hij buiten de regering in Willemstad om de armoede op de Antillen wil aanpakken. Hij overweegt in zee te gaan met organisaties die niet aan de regering zijn gebonden en met de vijf afzonderlijke eilanden van de Antillen.
Als het zover komt, betekent dat een nieuw dieptepunt in de verhouding tussen de Nederlandse en de Antilliaanse regering. Die was de laatste tijd toch al uiterst slecht. De Graaf zei „met zorg en ergernis” van zijn recente bezoek aan de Antillen te zijn teruggekeerd. Hij wees erop dat Willemstad de armoedebestrijding direct ter hand zou moeten nemen. CDA, VVD, PvdA en LPF steunen de harde aanpak van de minister.
De regering-Godett zegt van geen ultimatum van De Graaf te weten. Volgens de Antilliaanse minister Theodora-Brewster neemt de regering de armoede wel degelijk serieus, maar wil ze niet overhaast te werk gaan.
Volgens Theodora-Brewster hebben de Antillen iets meer tijd nodig. „Het zou jammer zijn als De Graaf het nodige geduld niet kan opbrengen”, aldus de minister.
De Graaf zei in de Tweede Kamer dat Nederland de Antillen wil helpen bij de aanpak van armoede. Als voorwaarde stelt hij echter dat de Wereldbank hierbij een belangrijke rol krijgt. De Antilliaanse regering wil volgens de bewindsman alleen hulp van de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP. In de praktijk stelt de Wereldbank hardere voorwaarden aan hulp dan de UNDP.