Eerder deze week bracht het museum naar buiten dat eigen onderzoek heeft aangetoond dat het werkje ”Huizen bij Den Haag” een echte Van Gogh is.

Grosfeld hoopt dat er nu eindelijk eens een gedegen onderzoek komt naar de herkomst van andere werken uit de collectie waar het schilderijtje deel van uitmaakte. In 1947 werd de hele verzameling van zeventig schilderijen en enkele honderden tekeningen door het Stedelijk Museum in Amsterdam afgedaan als vervalsingen. Overtuigende argumenten gaf het museum daar niet voor, zegt Grosfeld.

De verzameling schilderijen en tekeningen is in 1939 gevonden op de zolder van Barend den Houter, een „zonderlinge allesverzamelaar”, in Breda. Uit het recente onderzoek van het Breda’s Museum is gebleken dat deze verzamelaar een neef was van de huisbaas van moeder Van Gogh in Leiden.

Vincent had zijn moeder al zijn Nederlandse werk in bewaring gegeven toen hij naar Frankrijk vertrok. Na de verhuizing van mevrouw Van Gogh van Breda naar Leiden keek niemand er meer naar om. De Bredase opkoper Jan Couvreur betaalde in 1902 een gulden voor een grote hoeveelheid schilderijen en tekeningen. De naakten zijn door toedoen van zijn vrouw vernietigd. De rest verkocht hij voor 10 cent per stuk, ruilde ze tegen drie glazen bier of gaf ze aan kinderen om mee te spelen.

Onderzoeker Kees Wouters van het Breda’s Museum heeft zich erover verbaasd dat het onderzoek naar de geschiedenis van de werken uit de ”Bredase kisten” zo’n „onontgonnen” terrein bleek. Terwijl bekend is dat er nog heel veel vroeg werk van Van Gogh in omloop moet zijn, is daar nooit serieus onderzoek naar verricht.

De tentoonstelling in het Breda’s Museum visualiseert het mysterie van de kisten van Van Gogh. Voor het eerst worden ongeveer veertig vondsten in een museum getoond. De expositie begint op zaterdag 22 november en duurt tot en met 1 februari. Het Van Goghmuseum in Amsterdam zegt de tentoonstelling zeker te zullen bezoeken en de resultaten van het onderzoek nader te zullen bestuderen.