Hoeveel leraren van het Evangelie proberen de godsvrucht en de goede zeden in hun gemeente te bevorderen. Maar ach, hoe heftig en ontmoedigend is ook in dit opzicht de tegenstand die zij ontmoeten. Hoe menig leraar zaait hier met tranen als hij zijn wensen en pogingen tot stuiting van de zedenmisdrijven gedwarsboomd ziet.Hoe menig getrouw leraar zaait hier met tranen, als hij zo weinig vrucht ziet op zijn prediking; ja, wanneer de zedeloosheid verergert. Hoe menig vader en moeder zaait hier met tranen, als zij zo weinig vrucht zien bij hun kinderen. Ja, zij zien hen dolen op de paden van het verderf. Hoeveel christenen zaaien met tranen, als zij voor anderen trachten nuttig te zijn, wat na de uiterlijke schijn vruchteloze arbeid blijkt te zijn.

Maar, geliefden, laat dit u toch niet ontmoedigen. Sla uw oog op God en blijf met Zijn hulp het goede zaad rondom u strooien in de akker van de wereld. Het mag in het eerst verborgen zijn voor onze ogen, eens zal het zaad ontkiemen. Niet tevergeefs zal Zijn woord tot Hem wederkeren, zomin als de regen en de sneeuw vruchteloos neerdalen. In die grote dag zal menig vader of moeder een zoon of dochter als in de hemel toch omhelzen, terwijl die hier verloren werd geacht. Zalige dag van de oogst zal het dan zijn, voor wat men hier met tranen gezaaid heeft. Als zij de kroon van hun arbeid voor de voeten van het Lam mogen neerwerpen.

Ewaldus Kist, predikant te Dordrecht (Leerredenen, 1820)