Kawak reist de wereld rond om aandacht te vragen voor de situatie van christenen in Syrië, waar een gewelddadige burgeroorlog woedt, en andere landen in het Midden-Oosten.

Voor de crisis telde Syrië 2 miljoen christenen. Nu zijn meer dan 450.000 Syrische christenen op de vlucht geslagen. Niemand durft te zeggen hoe lang er nog christenen zullen wonen. Niet altijd kan de hoop op verbetering dit sombere perspectief uitwissen.

Christenen zitten tussen twee vuren. Omdat ze over het land verspreid wonen en nergens een meerderheid vormen, is er voor hen geen relatief veilige regio.

Ze hebben bovendien geen sterke macht achter zich staan, zeggen bisschop Kawak en Johny Messo, voorzitter van de koepelorganisatie Wereldraad van Arameeërs. Messo: „Syrië bestaat voor 90 procent uit moslims. Niet alleen de soennitische meerderheid maar ook minderheden zoals druzen, sjiiten en alevieten hebben regeringsmacht, een eigen regio waar ze in de meerderheid zijn of buitenlandse steun in de vorm van diplomatie, geld, voedsel en wapens. Christenen hebben niemand.”

Christenen in Syrië kregen vanouds steun van de zittende regering van Assad. Volgens Kawak is het nu de taak van kerken in het land om onpartijdig te streven naar vrede en verzoening. „Meer dan 100.000 inwoners zijn er gedood in dit conflict. Het heeft ons nergens gebracht. Dit moet stoppen.”

Kerken in het buitenland kunnen het vredesproces ondersteunen. „Graag zien we dat kerken hun stem verheffen tegen de onderdrukking van de bevolking, ongeacht de religieuze achtergrond. Dat is belangrijker dan financiële hulp. Ik ben blij dat kerken in Nederland het parlement ertoe opriepen om een militaire interventie, zoals president Obama die wil, niet te steunen. Met meer wapens ontstaat er niet sneller vrede.”