Azië in 2012 zwaar getroffen door rampen
RIJSWIJK (ANP). Azië was vorig jaar de rampenplek bij uitstek. Daar vond in 2012 bijna de helft van alle rampen plaats: 211. Wereldwijd vonden vorig jaar 552 rampen plaats waarbij ruim 15.000 mensen de dood vonden. De schade liep op tot naar schatting 157 miljoen euro.
Dat blijkt uit het jaarlijkse Wereld Rampen Rapport dat het Internationale Rode Kruis donderdag presenteert. De catastrofe waardoor in 2012 de meeste slachtoffers vielen, was de tyfoon Bopha die in december de Filipijnen teisterde. Op de tweede plaats staan de overstromingen na de moessonregens in Pakistan.
In vergelijking met de afgelopen 10 jaar is 2012 het jaar met de minste rampen. „De 552 rampen kostten aan ruim 15.000 mensen het leven. De jaren ervoor lag dit cijfer veel hoger. Zo kwamen alleen al bij de tsunami in 2004 en de aardbeving in Haïti meer dan 200.000 mensen om het leven”, aldus het Rode Kruis.
De meeste catastrofes vorig jaar waren natuurrampen - 364 van de 552. Overstromingen kwamen het meeste voor (39 procent), gevolgd door orkanen (24 procent) en extreme temperaturen (14 procent). „In totaal werden bijna 140 miljoen mensen wereldwijd getroffen, het laagste aantal in 10 jaar”, meldt de hulpverleningsorganisatie.
Het Rode Kruis vindt dat er meer gebruik moet worden gemaakt van technologie. „Hoewel het aantal getroffenen door een ramp wereldwijd daalde, nam het aantal getroffenen in de armste gebieden in Afrika juist toe.” Dat komt volgens het Rode Kruis door de verslechterde toegang tot technologie in deze gebieden. „Het overwinnen van deze digitale kloof is noodzakelijk. Organisaties, overheden en de particuliere sector moeten investeren in het bouwen van deze brug. Ook in Nederland.”