Ouderkerk aan den IJssel viert 750-jarig bestaan
Het rivierdorp Ouderkerk aan den IJssel staat uitgebreid stil bij zijn 750-jarig bestaan. In de Dorpskerk vindt donderdagavond de officiële openingsbijeenkomst plaats. Overigens is het 750-jarig bestaan omstreden, omdat delen van de kerk minstens honderd jaar ouder zijn.
Met genoegen verliezen Nico Holdermans en Arie Jan Meijer zich in feiten uit de Ouderkerkse historie. Beiden zijn er thuis in. Meijer als historicus en bestuurslid van de Historische Vereniging Ouderkerck op d’IJssel, Holdermans als collega-bestuurslid en tevens grondig kenner van de geschiedenis van de oude Dorpskerk.
Tijdens het gesprek duiken veelvuldig documenten en theorieën op die zekerheden bewijzen of, vaker nog, omverhalen. Want niets is zeker, wat het ontstaansjaar van Ouderkerk betreft. Het IJsseldorp had in 2009 net zo goed bij zijn 1100e verjaardag stil kunnen staan.
Holdermans: „In een boekwerk uit de 18e eeuw staat de vondst van een steen in de kerk beschreven waarop in Romeinse sierletters het jaartal 909 staat.” Meijer diept een recenter werk op uit zijn tas: „Volgens C. C. J. Lans, een genealoog uit de vorige eeuw, heeft men destijds die steen verkeerd gelezen. Hij zou dateren uit 1509 en gemaakt zijn ter gelegenheid van een verbouwing van de kerk.”
Rondleidingen
Beide Ouderkerkers blijven met liefde aan de officiële datum van 17 oktober 1263 zagen. „De kerk heeft een stuk tufstenen muur uit de eerste helft van de twaalfde eeuw. Minstens honderd jaar ouder, dus. En ondergronds liggen er ook nog heel oude delen van een eerdere kerk”, weet Holdermans.
De geboren Ouderkerker geeft al tientallen jaren rondleidingen in de kerk en verdiept zich nog veel langer in haar verleden. Meijer: „Dat vorige gebouw zal wel helemaal van tufsteen geweest zijn. En ik verwacht dat er daarvóór nog een houten kerk gestaan heeft.”
In zijn lezing tijdens de opening van de viering, in de Dorpskerk, zal Meijer dan ook verkondigen dat de viering van het 750-jarig bestaan onzin is. „Het enige wat we vieren is de oudst bewaarde schriftelijke vermelding van de naam Ouderkerk.”
Holdermans knikt. „Alleen die naam al laat zien dat Nieuwerkerk, aan de andere kant van de IJssel, toen al moet hebben bestaan. Hoe ons dorp voor die tijd heette, weten we niet.”
Meijer denkt stellig dat ook de historie van die tijd beschreven is geweest. „Maar ze is verloren gegaan.”
Holdermans glimlacht: „Als Arie Jan vanavond nog een oudere vermelding zou ontdekken, zouden we de festiviteiten eigenlijk nog moeten afblazen.”
De twee tonen zich trots op de geschiedenis van hun woonplaats. „De kerk van Ouderkerk is waarschijnlijk de moederkerk van heel de omgeving geweest. Capelle aan den IJssel zou zijn naam weleens te danken kunnen hebben aan een kapel die bij onze kerk hoorde”, zegt Holdermans.
Willem van Oranje
De ooit zo centrale functie van Ouderkerk blijkt, zo zeggen de historici, ook uit het praalgraf van Nassau-Lalecq, dat de Dorpskerk herbergt. De oudste Nassau die in het dorp is bijgezet, is Lodewijk van Nassau, de tweede zoon die Maurits met Margaretha van Mechelen kreeg. Hij had de heerlijkheid van de Lek –waaronder Ouderkerk viel– van zijn oudste broer Willem geërfd, toen die in 1627 was gesneuveld.
Bij diens geboorte had prins Maurits het gebied aan hem geschonken. Het praalgraf trekt veel publiek, weet Holdermans. „Uit het gehele land, zelfs vanuit het buitenland, komen mensen naar Ouderkerk om het praalgraf te bezoeken. Er liggen 37 nakomelingen van Lodewijk van Nassau begraven.”
Beschermbrief
De band van Ouderkerk met de Nassaus begint niet bij Maurits, onthult Meijer. „We hebben een zogenoemde beschermbrief van Willem van Oranje zelf. Van Oranje was toen stadhouder van Holland en hij had van René van Chalon ook de heerlijkheid van de Lek geërfd.”
Een afdruk van deze brief is te zien op een speciale tentoonstelling in de oudheidskamer die in grote lijnen de geschiedenis van Ouderkerk belicht.
Meijer: „Met zulke beschermbrieven kochten plaatsen de bescherming van hun heer. De troepen van Willem van Oranje mochten hier niet meer komen plunderen. Best bijzonder hoe zo’n klein dorpje als Ouderkerk dus al een relatie had met de Vader des Vaderlands.”